Model SS4-AUV/-AUV2 Ultraviolet (UV) digitale elektro-optische branddetectors
Installatie- en bedieningshandleiding
MAN0927_V3_1510-005_Rev H_06-13
3.1
Model SS4-AUV/-AUV2 detector fouten
De Model SS4-AUV/-AUV2 detector geeft een fouttoestand (of probleem) aan de door het foutrelais te
ontkrachtigen (J5 connector). Hieronder vindt u detectorfouten voor dit model:
a. Temperatuurfout: De detector geeft een foutmelding als de interne temperatuur tijdens bedrijf boven
85°C komt of onder -40°C zakt, waardoor beide LEDs snel gaan knipperen. Na corrigerende acties
voor dit type fout is hercertificering door de fabriek vereist.
b. Te hoge ingangsspanning fout: de detector geeft een foutmelding als de ingangsspanning te hoog is
(hoger dan 45 volt), waardoor beide LEDs snel gaan knipperen. Na corrigerende acties voor dit type
fout is hercertificering door de fabriek vereist.
c. Lage ingangspanning fout: de detector geeft een foutmelding als de ingangsspanning te laag is. De
gebruiker moet het voltage tussen pin 1 en 4 van de voedingsconnector J1 of J2 controleren. In dit
geval blijft één LED branden tot de fout is opgelost. Als het voltage onder 15 volt zakt, moet de
gebruiker de bedrading en de voeding controleren.
d. Geen spanning fout: de detector geeft een foutmelding als de ingangsspanning wordt onderbroken of
wordt uitgezet, waardoor de LED-lampjes niet meer branden. De gebruiker moet het voltage tussen
pin 1 en pin 4 van de voedingsconnector J1 of J2 meten. Als er geen of een heel laag voltage wordt
gemeten, moet de gebruiker de bedrading en de voeding controleren.
e. Detectorfout: de detector geeft een foutmelding als de optische sensoren de ingebouwde 'door-de-
lens' zelftest niet doorstaan. In dit geval blijft één LED branden tot de fout is opgelost. De gebruiker
moet eerst zowel de binnenzijde als de buitenzijde van de lens grondig reinigen en vervolgens het
blootgestelde oppervlak van de sensoren van de detector en de beschermende grille die op de
buitenzijde van het behuizingdeksel is bevestigd reinigen. Als de fout niet is opgelost nadat de detector
weer in elkaar is gezet en 10 tot 15 minuten aanstaat, kan fabrieksonderhoud nodig zijn.
f.
Relaisfout: de detector geeft een foutmelding als een van de relaiscircuits niet naar behoren
functioneert. In dit geval blijft één LED branden tot de fout is opgelost. De gebruiker moet de eenheid
naar de fabriek retourneren voor onderhoud.
g. Zelfcontrolefout: de detector geeft een foutmelding als de interne microprocessor een fout
waarneemt tijdens zelfcontrole van de hardware en software. In dit geval blijft één LED branden tot de
fout is opgelost. Aan dit type fout kunnen allerlei redenen ten grondslag liggen. De gebruiker moet de
aarding van het apparaat controleren en controleren of er geen ruis op de voedingskabels zit. Als de
fout aanhoudt, moet de gebruiker de detector naar de fabriek sturen voor onderhoud.
h. Analoge '0'-spanning: alle bovenstaande fouten zullen leiden tot een verlies aan uitgangsspanning
(0 + 0,6mA) met de 4-20 mA module-optie.
3.2
Van vensters voorziene behuizingen en detectors reinigen
Het optische venster (de lens) van de Model SS4-AUV/-AUV2 detector moet periodiek worden gereinigd
volgens een regelmatig schoonmaakrooster. Voor toepassing in schone ruimtes, is een maandelijks
schoonmaakschema misschien voldoende. Voor extreem verontreinigde toepassingsomgevingen, zoals
tankstations voor vrachtwagens waar zwarte koolstofrook voorkomt, kan dagelijkse reiniging nodig zijn.
Reinig het venster van de detectors steeds als het wordt aangeraakt, het venster vuil oogt, de ingebouwde
test niet wordt doorstaan of als de detector een end-to-end test met een in de had gehouden UV/IR-
testlamp FT-2045 of FT-2145 niet doorstaat. Reinig indien nodig steeds als de detector uit elkaar is
gehaald voor bedrading of vervanging de sensoren van de detectormodule.
Spuit het venster van de behuizing schoon met schone lucht of gebruik een vetvrije doek. Vet vermindert
de prestaties van uv-detectors. Af en toe kan een oplosmiddel, zoals alcohol, worden gebruikt. Het is niet
nodig om de detector uit elkaar te halen.
GEBRUIK GEEN RUITENREINIGERS OP SILICONENBASIS OF COMMERCIËLE
RUITENREINIGERS. DEZE ZULLEN DE WERKING VAN DE MODEL SS4-AUV/-AUV2
ONDERHOUD EN PROBLEMEN OPLOSSEN
DETECTOR VERMINDEREN.
SECTIE 3
12