Beschadigd afdrukmateriaal
(kreukels, krullen, vouwen,
scheuren)
•
Controleer of aan de bediening en de
plaatsingsvereisten van de printer
wordt voldaan.
•
Let erop dat u ondersteund
afdrukmateriaal gebruikt.
•
Zorg ervoor dat het afdrukmateriaal
goed is geladen.
•
Controleer of de soort en het formaat
afdrukmateriaal juist zijn ingesteld in
het bedieningspaneel voor het
afdrukmateriaal dat u gebruikt.
•
Let erop dat het afdrukmateriaal dat u
gebruikt geen kreukels of niet
verwrongen is door de verwerking en
dat het afdrukmateriaal niet bevuild is
met zichtbare vingerafdrukken of
overige vreemde substanties.
•
Druk vanaf lade 1 naar de linker
uitvoerbak bij zwaar afdrukmateriaal.
•
Controleer of de volgende
benodigdheden juist zijn geplaatst:
– fuser
– transportriem
•
Zoek het gedeelte met papierstoring en
verwijder al het vastgelopen papier of
gescheurde afdrukmateriaal.
NLWW
Vlekjes of losse toner
•
Controleer of aan de bediening en de
plaatsingsvereisten van de printer wordt
voldaan.
•
Let erop dat u ondersteund
afdrukmateriaal gebruikt.
•
Controleer of de soort en het formaat
afdrukmateriaal juist zijn ingesteld in het
bedieningspaneel voor het
afdrukmateriaal dat u gebruikt.
•
De printer kalibreren.
•
Let erop dat de transportriem juist is
geplaatst.
•
Druk de pagina's Problemen met de
afdrukkwaliteit oplossen af (zie "De
pagina's Problemen met de
afdrukkwaliteit oplossen afdrukken" op
pagina 64) en volg de
diagnostiekprocedure op de eerste
pagina om het probleem met een bepaald
onderdeel te herleiden.
Problemen met de afdrukkwaliteit oplossen 79
4