DISPLAY MENU OPTIES
Tot de volgende display-opties krijgt u toegang via de display van het
aanraakpaneel - Main, Media, Mode, EQ en Setup.
Hieronder vindt u voorbeelden van schermafbeeldingen van die opties met
een beschrijving van betre ende functies.
MAIN (HOOFD)
Coax 1: Actuele bron.
-20.0 dB: Volumeniveau.
: Ga naar vorige of volgende bron.
48k: Monsterfrequentie.
Mono: Luistermodus.
Negative (Negatief): Instelling van polariteit.
Tone (Toon): Instellingen toonregeling ingeschakeld.
Balance: Instellingen balans ingeschakeld.
Sub Stereo: Instelling subwoofer-stand.
LPF 200Hz, HPF 200Hz: Instelling subwoofer-frequentie.
MEDIA
U krijgt alleen toegang tot "Media" wanneer als Bron "USB Front" of "USB Back" is
geselecteerd. Als er geen extern USB-toestel voor massa-opslag op de USB-in-
gang op het voorpaneel of op het achterpaneel is aangesloten, wordt "Please
Insert Device" (Plaats toestel) in de display van het aanraakpaneel getoond.
Wanneer er een extern USB-toestel voor massa-opslag op de USB-ingang
op het voorpaneel (USB Front) of op het achterpaneel (USB Back) is aange-
sloten, worden er MP3-, WMA- of FLAC-bestanden of -mappen in de display
van het aanraakpaneel getoond. Selecteer het bestand dat u wilt afspelen.
Als het aangesloten externe USB-apparaat voor massa-opslag geen
geschikte MP3/WMA/FLAC-bestanden bevat, wordt "No les" (Geen bestan-
den) getoond in de display van het aanraakpaneel.
Raadpleeg ook de items over "USB-STAND" en "LUISTEREN NAAR HET
USB-TOESTEL" in het gedeelte "ANDERE FUNCTIES" op de pagina
"BEDIENING".
MODE
De M12 beschikt over verschillende luistermodi die zijn afgestemd op
verschillende opnamesoorten of programmamateriaal. U kunt de volgende
luisterstanden selecteren.
STEREO
Selecteer "Stereo" wanneer u naar een stereo productie wilt luisteren,
•
zoals een muziek-cd of een FM-uitzending.
Er worden stereo opnamen, in PCM/digitaal of analoog, gevormd en
•
ongeacht of surround gecodeerd of niet-gecodeerd is, weergegeven
zoals opgenomen.
Multikanaals digitale opnamen (Dolby Digital en DTS) worden
•
weergegeven in de stand "Stereo Downmix" via alleen de linker- en de
rechterluidspreker.
MONO
Gebruik de luisterstand "Mono" wanneer het formaat van de audiobron
•
mono is. De mono-informatie wordt weergegeven over zowel het
linker- als het rechterkanaal.
De luisterstand "Mono" wordt aanbevolen wanneer u naar oude lms
•
met een mono-soundtrack kijkt, luistert naar mono-geluidsbronnen zo-
als radio-uitzendingen op de middengolf of bij een soundtrack met een
vreemde taal opgenomen op het linker- en rechterkanaal van sommige
lms.
Mono is ook heel handig bij het opzetten van een stereosysteem omdat
•
u kunt controleren of beide luidsprekers wel met de juiste polariteit zijn
aangesloten. Goed aangesloten luidsprekers hebben een stevig ge-
luidsbeeld in het midden en een krachtige respons in het laag. Als van
één luidspreker de aansluitingen aan de ingang (+ en -) zijn verwisseld,
is het geluidsbeeld onduidelijk en is het laag beperkt en klinkt het niet
strak.
REVERSED (VERWISSELD)
Stuurt het signaal van het rechterkanaal naar de linkerluidspreker en het
•
signaal van het linkerkanaal naar de rechterluidspreker. Zo kan gemak-
kelijk gemakkelijk een omgewisselde aansluiting aan de ingang of een
onjuiste opname van de muziekbron worden gecorrigeerd.
POLARITY (POLARITEIT)
Maakt compensatie mogelijk voor opnamen die een omgekeerde polariteit
hebben.
Positive (Positief ): Een positieve sinusgolf aan de ingang blijft positief bij
•
de uitgang. De polariteit is standaard ingesteld op "Positive".
Negative (Negatief ): Een positieve sinusgolf aan de ingang is negatief
•
(omgekeerd) of wordt omgekeerd aan de uitgang.
BEDIENING
DE M12 GEBRUIKEN
11