3. Het gebruik van de draadloze
afstandsbediening
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik
van de afstandsbediening
Richt het zendgedeelte van de
afstandsbediening op de ontvanger
van de airconditioner.
Als tussen het zendgedeelte van de
afstandsbediening en de ontvanger van
de afstandsbediening een obstakel (zoals
bijvoorbeeld een gordijn) aanwezig is, zal
de opdracht van de afstandsbediening niet
worden uitgevoerd.
2 korte pieptonen uit de ontvanger geeft aan
dat de transmissie is geslaagd.
De maximale afstand tussen de
afstandsbediening en de ontvanger
is ongeveer 7 meter.
Laat de afstandsbediening niet vallen
en voorkom dat deze nat wordt.
Daardoor kan de afstandsbediening
beschadigd worden.
Druk de toetsen van de afstandsbediening
nooit in met een puntig scherp voorwerp.
De afstandsbediening kan beschadigd
raken.
Installatielocatie
• Het is mogelijk dat het apparaat niet
zal reageren op signalen van de
afstandsbediening wanneer de ruimte wordt
verlicht met TL-verlichting. Neem contact op
met de leverancier voordat u nieuwe TL-
buizen aanschaft.
Nederlands
• Verplaats deze apparatuur als u met de
afstandsbediening onbedoeld ook andere
apparatuur bedient of neem contact op
met uw leverancier.
De afstandsbediening in de houder voor
de afstandsbediening plaatsen
Monteer de houder voor de afstandsbediening
op een muur met de meegeleverde schroeven.
(Controleer of de afstandsbediening signalen
uitzendt)
De afstandsbediening
in de houder plaatsen
Schuif de afstandsb-
ediening van boven
af in de houder
Houder voor
de afstands-
bediening
De batterijen plaatsen
(1) Verwijder het
achterpaneel van de
afstandsbediening in
de richting van de pijl.
(2) Plaats de batterijen.
Gebruik twee droge cel
batterijen (AAA.LR03
(alkali)). Plaats de
batterijen zodanig dat
de (+) en (–)-polen
overeenkomen met
de markering in het
batterijcompartiment.
(3) Sluit het deksel.
De afstandsbediening
uit de houder nemen
Schuif de afstandsb-
ediening omhoog uit
de houder
7