17
|
Installatie van de leidingen
17.2.5 Leidinguiteinde optrompen
17.2.6 Koelmiddelleiding op de binnenunit aansluiten
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
70
VOORZICHTIG
▪
Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas veroorzaken.
▪
Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik nieuwe getrompte buizen om
ervoor te zorgen dat er geen koelgas kan lekken.
▪
Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden meegeleverd. Andere
getrompte moeren kunnen koelgaslekken veroorzaken.
1 Snijd het uiteinde van de leiding af met een pijpensnijder.
2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden vlak naar beneden
zodat er GEEN bramen in de leiding kunnen komen.
a
a Snijd precies in rechte hoeken af.
b Verwijder de bramen.
3 Verwijder de flaremoer van de afsluiter en zet de flaremoer op de leiding.
4 Verbreed de leiding. Verbreed exact op de plaats zoals getoond op de
volgende afbeelding.
A
Flaregereedschap voor
R32 (koppelingstype)
A
0~0,5 mm
5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd.
a
a De binnenkant van de verbreding mag GEEN gebreken vertonen.
b Het uiteinde van de leiding MOET gelijkmatig en in een perfecte cirkel verbreed zijn.
c Controleer of de flaremoer is aangebracht.
VOORZICHTIG
Installeer koelmiddelleidingen of componenten zo dat ze niet worden blootgesteld
aan stoffen die componenten met koelmiddel kunnen corroderen, tenzij de
componenten gemaakt zijn van een materiaal dat inherent bestand is tegen corrosie
of beschermd is tegen corrosie.
▪
Leidinglengte. Houd de koelmiddelleiding zo kort mogelijk.
▪
Flareverbindingen. Sluit de koelmiddelleiding met flareverbindingen aan op de
unit.
▪
Isolatie. Isoleer de koelmiddelleiding op de binnenunit als volgt:
b
Conventioneel flaregereedschap
Koppelingstype
(Ridgid-type)
1,0~1,5 mm
b
c
Vleugelmoertype
(Imperial-type)
1,5~2,0 mm
EKVDX32~100A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P664010-1A – 2022.05