16
|
Installatie van de unit
16.2.2 Richtlijnen bij de installatie van de kanalen
16.2.3 Richtlijnen bij de installatie van de afvoerleiding
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
62
VOORZICHTIG
Zie
"3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de
of deze installatie aan alle veiligheidsvoorschriften voldoet.
Minimale kanaallengten:
▪
Toevoerluchtkanaal tussen VAM en EKVDX:
-
voor VAM500+EKVDX32: ≥500 mm
-
voor alle andere combinaties: ≥750 mm
▪
Minimumlengte buitenlucht-, retourlucht- en afvoerluchtkanaal: ≥1,5 m
▪
Kanalen na EKVDX: geen minimum lengtebeperking
De kanalen moeten lokaal worden voorzien.
1 Sluit het stoffen kanaal aan op de binnenkant van de flens aan de uitlaatkant.
Sluit het stoffen kanaal aan met bijgeleverde schroeven.
2 Sluit het kanaal aan op het stoffen kanaal.
d
h
f
a Schroeven voor kanaalflenzen (accessoire)
b Kanaalflens, rechthoekig (geïnstalleerd op de unit)
c Binnenunit
d Isolatie (lokaal te voorzien)
e Stoffen kanaal (lokaal te voorzien)
f Aluminiumtape (lokaal te voorzien)
g Kanaalflens, rond verloopstuk (geïnstalleerd op de unit)
h Rond kanaal
3 Draai aluminiumtape rond de aansluitingen van de flens met het kanaal.
Controleer of er geen lucht ontsnapt aan de andere aansluitingen.
4 Isoleer de inlaat- en uitlaatluchtkanalen om condensatie te voorkomen.
Gebruik glaswol of polyethyleenschuim met een dikte van 25 mm.
▪
Leidinglengte. Houd de afvoerleiding zo kort mogelijk.
▪
Leidingmaat. De leidingmaat moet gelijk aan of groter dan de verbindingsleiding
zijn (plastic buis met een nominale diameter van 20 mm en buitendiameter van
26 mm).
▪
Helling. De afvoerleiding moet afhellen (minstens 1/100) om te voorkomen dat
er lucht in de leiding blijft zitten. Gebruik hangstaven zoals afgebeeld.
a Ophangbeugel
Toegestaan
g
c
b a
f e
1~1.5 m
a
4
installateur" [
14] om te controleren
d
EKVDX32~100A2VEB
VRV-systeemairconditioner
4P664010-1A – 2022.05