5 Functie
5.2.1
Het systeem starten/stoppen en de
temperatuur instellen
: De unit draait.
: Bedrijfsstand = Automatisch
: Bedrijfsstand = Drogen
: Bedrijfsstand = Koelen
: Bedrijfsstand = Verwarmen
: Bedrijfsstand = Alleen ventilator
: Geeft de ingestelde temperatuur weer.
1 Druk één of meerdere keren op
selecteren.
Gevolg: De stand wordt als volgt ingesteld:
2 Druk op
om te starten.
Gevolg:
en de geselecteerde stand worden op het
scherm weergegeven.
3 Druk één of meerdere keren op
te verlagen of te verhogen.
Koelen
Verwarmen
18~32°C
10~30°C
Opmerking: In de droogstand of de stand alleen ventilator kan de
temperatuur niet worden ingesteld.
4 Druk op
om te stoppen.
Gevolg:
verdwijnt van het scherm. Het bedrijfslampje wordt
gedoofd.
5.3
Luchtstroomsnelheid
1 Druk op
om te selecteren:
5 luchtstroomsnelheden, van "
Werking met automatische luchtstroomsnelheid
Geluidsarme werking binnenunit. Wanneer de
luchtstroomsnelheid op "
stiller.
INFORMATIE
▪ Als de unit het temperatuurinstelpunt in de stand
koelen of verwarmen heeft bereikt, stopt de ventilator
met draaien.
▪ In de droogstand kan de luchtstroomsnelheid NIET
worden ingesteld.
5.3.1
Luchtstroomsnelheid regelen
1 Druk op
om de uitblaasinstelling als volgt te veranderen:
5.4
Uitblaasrichting
Wanneer. Stel de uitblaasrichting in naar wens.
Gebruiksaanwijzing
8
om de bedrijfsstand te
of
om de temperatuur
Automatisch
Drogen of
alleen
ventileren
18~30°C
—
" tot "
"
" is ingesteld, werkt de unit
Wat. Het systeem blaast de lucht uit in de door de gebruiker
ingestelde richting (variabele of vaste stand). De horizontale of
verticale kleppen worden hiervoor bewogen.
Instelling
Beweegt omhoog en omlaag.
Verticaal automatisch
draaien
Beweegt van links naar rechts.
Horizontaal
automatisch draaien
Beweegt afwisselend omhoog en
+
3-D
omlaag en van links naar rechts
uitblaasrichting
[—]
Blijft in een vaste stand.
VOORZICHTIG
Verander de stand van de horizontale en verticale kleppen
ALLEEN met een gebruikersinterface. Wanneer u de
horizontale en verticale kleppen met de hand verplaatst
terwijl ze draaien, geraakt het mechanisme defect.
Het draaibereik van de horizontale klep hangt af van de
bedrijfsstand. De horizontale klep stopt in de bovenste stand
wanneer de luchtstroomsnelheid bij het omhoog en omlaag draaien
op laag wordt ingesteld.
5.4.1
Verticale uitblaasrichting regelen
1 Druk op
.
Gevolg:
verschijnt op het scherm. De horizontale kleppen
beginnen te draaien.
2 Om de horizontale kleppen niet meer te laten bewegen, druk op
wanneer zij de gewenste stand hebben bereikt.
Gevolg:
verdwijnt van het scherm. De horizontale kleppen
stoppen.
5.4.2
Horizontale uitblaasrichting regelen
1 Druk op
.
Gevolg:
verschijnt op het scherm. De verticale kleppen
beginnen te draaien.
2 Om de verticale kleppen niet meer te laten bewegen, druk op
wanneer zij de gewenste stand hebben bereikt.
Gevolg:
verdwijnt van het scherm. De verticale kleppen
stoppen.
INFORMATIE
Wanneer de unit in een hoek van een kamer is
geïnstalleerd, mogen de verticale kleppen niet naar een
muur gericht zijn. De unit zal minder efficiënt werken als de
lucht wordt geblokkeerd door een muur.
5.4.3
Gebruik van 3-D uitblaasrichting
1 Druk op
en
.
Gevolg:
en
horizontale en verticale kleppen beginnen te draaien.
2 Om de kleppen niet meer te laten bewegen, druk op
wanneer zij de gewenste stand hebben bereikt.
Gevolg:
en
horizontale en verticale kleppen stoppen.
CTXM15+FTXM20~42R5V1B + CTXM15+FTXM20~71R2V1B
Uitblaasrichting
verschijnen op het scherm. De
verdwijnen van het scherm. De
Daikin kamerairconditioner
3P485919-11S – 2020.06
en