Bij de montage van de uitlaatpijp mag het
binnenkomen van de verwerkte gassen naar de
cabine of het inlaten van deze door de ventilator
door de cabineverwarmer niet toegestaan worden.
Op het einde van de uitlaatpijp wordt een scherm
gezet dat nodig is voor een stabiele werking van de
luchtverwarmer in lage regimes (afb. 14).
Ook bij afwezigheid van het scherm kan de lucht in de
uitlaatpijp komen. Dit leidt tot verhoogde productie van roet in de
luchtverwarmer en tot verlaagde productie van warmte.
Uitlaatpijp scherm
Snede 20 mm
Warmteisolatie
10 mm
De verwerkte gassen moeten naar buiten uitgelaten worden.
De uitlaatgassen mogen de werking van de agregaten van het
vervoermiddel niet negatief beïnvloeden. De uitlaat sleuf van de
inlaat luchtklep moet gemonteerd worden in de positie die
vervuiling of het binnenkomen van sneeuw voorkomt en een vrije
uitloop van het water toelaat.
Luchtverwarmers moeten een demper hebben op de
uitlaatpijp. De uitlaatpijp wordt ingesneden afhankelijk van de
montage positie van de demper. Voor de betere fixatie van de
uitlaatpijp en de pijpaansluiting van de luchtverwarmer, moeten er
op de pijp sneden uitgezaagd van 15-20 mm, maar deze mogen
niet buiten de aangezette pijpaansluiting komen. Het demper moet
gemonteerd worden volgens afb. 15.
Aanzetting
Demper
Gareel
Snede
Uitlaatpijp
Snede
Gareel
Het afgieten van
condensaat
19