Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installeren Van Het Systeem (Vast En Draadloos) - Bosch Easy Series Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Easy Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Easy Series | Installatiehandleiding | 1.0
1.4

Installeren van het systeem (vast en draadloos)

Nadat het systeem is geïnstalleerd en geconfigureerd kunt u afstandsbedieningen aan nieuwe
gebruikers toewijzen.
Voor de installatie van een inbraakalarmcentrale van de Easy-serie met draadloze randapparatuur:
1. Volg alle aanwijzingen op in de wLSN Referentiegids (P/N: F01U026478) om te controleren of op alle
locaties van de apparatuur het signaal sterk genoeg is.
2. Installeer alle apparatuur, zoals de inbraakcentrale, de bedieneenheid, de in- en uitgangsapparatuur, de
DX2010-ingangsuitbreiding en de draadloze hub.
Zie de installatiehandleiding van elk apparaat voor specifieke aanwijzingen voor de installatie en
configuratie.
De inbraakcentrale wijst draadloze zonenummers toe afhankelijk van de vraag of een of meer
DX2010-ingangsuitbreidingen op de inbraakcentrale zijn aangesloten.
3. Installeer de behuizingen van alle draadloze apparatuur.
4. Schakel de stroom voor de inbraakcentrale in.
5. Start de systeemtest:
- Vanaf de telefoon:
Start een telefoonsessie.
1.
Zie sectie 1.3 Informatie over basisfuncties op pagina 5 voor aanwijzingen.
Toets in het telefoonmenu van de installateur [1] voor systeemonderhoud.
2.
Toets [2] voor een volledige systeemtest.
3.
Zie sectie 1.5 Telefoonmenu van de installateur op pagina 7.
- Vanaf de inbraakcentrale: Houd voor de volledige systeemtest de systeemtestknop één seconde lang
ingedrukt. Zie sectie 5.0 Systeemtest op pagina 57 voor meer informatie.
6. Wanneer het systeem "Alle batterijen plaatsen" meldt, plaats dan de batterijen of verwijder de batterijtabs
uit alle draadloze apparaten. Bevestig de deksels van de apparatuur op de draagvlakken.
7. Toets nadat de batterijen zijn geplaatst en de deksels bevestigd op [1] op de telefoon of op de
bedieneenheid om verder te gaan.
Het systeem treft nieuwe draadloze apparatuur op het systeem aan. Dit proces duurt ongeveer 4 minuten.
Hierna meldt het systeem hoeveel apparaten er zijn aangetroffen.
8. Wanneer het systeem "Test alle zones" aangeeft, test u elk apparaat (overtreden en herstellen), inclusief de
draadloze in- en uitgangen.
Zie sectie 3.1.4 Apparatuur testen op pagina 25 voor meer informatie.
Zonenummers worden aan draadloze apparaten toegewezen in de volgorde waarin ze worden
getest (gesaboteerd of overtreden en hersteld). Wanneer u specifieke zonenummers aan draadloze
apparaten wilt toekennen, zorg dan dat de draadloze in de juiste volgorde worden getest. In het
andere geval wijst het systeem het laagst beschikbare zonenummer toe aan het eerst geteste
draadloze apparaat.
9. Vul tijdens het testen Sectie 4.3.5 Onderdelen zoneprogrammering op pagina 47 in, en Sectie 4.3.6 Onderdelen
uitgangsprogrammering op pagina 52.
Wanneer u het apparaat herstelt, meldt het systeem het toegewezen apparaatnummer.
Vul Secties 4.3.5 en 4.3.6 in tijdens het testen van de in- en uitgangen. U kunt anders geen
kruisverwijzingen van zonenummers met zonebeschrijvingen maken wanneer er zich een probleem met
een zone voordoet.
De inbraakcentrale voltooit de resterende systeemtests en meldt wanneer dit proces is beëindigd.
10. Nadat de inbraakcentrale alle systeemtests heeft voltooid, gaat u naar Basisprogrammeren. U kunt ook
gebruikmaken van RPS om de inbraakcentrale te programmeren.
6
Beknopte samenvatting
Bosch Security Systems | 8/06 | F01U025116B

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave