In geval van storingen
Probleem
Mogelijke oorzaak
De zender wordt
niet ingescha-
Geen aansluiting op de netspanning
keld
De accu is leeg
De kinbeugel-
hoofdtelefoon
kan niet worden
De accu is diep ontladen
ingeschakeld
Geen aansluiting op de netspanning
De audiostekker is niet goed
ingestoken
De geluidsbron is uitgeschakeld
Verkeerde geluidsbron
geselecteerd
Geen geluid
Het volume van de analoge geluids-
bron is op minimaal ingesteld of is
op mute geschakeld
De audiokabel is defect
De kinbeugel-hoofdtelefoon is niet
goed met de zender gekoppeld
(gepaird) (bijv. extra kinbeugel-
hoofdtelefoon/ontvanger)
Analoge audio-ingang geselecteerd Schakel de geluidsbron om.
Geen geluid bij
De digitale geluidsbron stuurt sig-
een digitale
nalen in een audioformaat dat niet
geluidsbron
wordt ondersteund. De LED Zender-
status knippert wit-blauw.
De kinbeugel-hoofdtelefoon is buiten
reikwijdte van de zender
Het geluid valt
soms weg, er
Het signaal is afgeschermd
worden eventu-
eel 5 geluidssig-
nalen hoorbaar
Storende apparaten (bijv. WLAN-
in de hoofdtele-
routers, Bluetooth-apparaten of
foon
magnetrons) in de omgeving
Het volume op de kinbeugel-hoofd-
telefoon is te zacht ingesteld
Het geluid staat
te zacht
Het volume van de analoge geluids-
bron is te zacht ingesteld.
Mogelijke remedie
Controleer de aansluitingen van de
voedingsadapter.
Laad de accu op.
Laad de accu gedurende meerdere
uren op. Bij een diep ontladen accu
begint het opladen pas na enige tijd
(tot een uur).
Controleer de aansluitingen van de
voedingsadapter.
Controleer de stekkerverbinding.
Schakel de geluidsbron in.
Schakel de geluidsbron om.
Verhoog het volume van de analoge
geluidsbron tot minimaal een gemid-
delde waarde/schakel de mute-
schakeling op de geluidsbron uit.
Vervang de audiokabel.
Koppel (pair) kinbeugel-hoofdtelefoon
en zender opnieuw.
Stel het audioformaat van uw geluids-
bron op „PCM" in, met een sample-
frequentie van max. 96 kHz (zie de
gebruiksaanwijzing van de geluidsbron).
Verminder de afstand tussen
kinbeugel-hoofdtelefoon en zender.
Verwijder obstakels tussen zender en
kinbeugel-hoofdtelefoon.
Verander de plaats waar de zender
staat of de positie van de hoofd-
telefoon.
Plaats de zender op een afstand van
minimaal 50 cm van andere apparaten.
Verhoog het volume op de kinbeugel-
hoofdtelefoon.
Verhoog het volume van de analoge
geluidsbron tot minimaal een
gemiddelde waarde (ca. 1 V
In geval van storingen
Pag.
15
16
15
11
–
22
–
–
32
22
–
–
–
10
24
–
).
eff
Set 880 | 39