III
2.2
Regeltypen
Voor bewerkingen in de MDI-werkstand kunt u de volgende regeltypen gebruiken:
Positioneringsfuncties
Bewerkingspatroon
2.2.1
Positioneringen
Voor het positioneren kunt u de positiewaarden handmatig definiëren. Afhankelijk
van de configuratie van de aangesloten gereedschapsmachine kunt u deze posities
vervolgens automatisch laten benaderen of zelf benaderen.
De volgende parameters zijn beschikbaar:
Regeltype Positioneren
Parameter
R0
R+
R-
2.2.2
Bewerkingspatroon
Voor het bewerken van complexe vormen kunt u diverse bewerkingspatronen
definiëren. Het apparaat berekent op basis van de opgegeven specificaties de juiste
geometrie van de bewerkingspatronen, die optioneel ook in het simulatievenster
visueel worden weergegeven.
Alle bewerkingspatronen zijn alleen geldig als de Z-as loodrecht staat. Zodra de
gereedschapsas is verdraaid, zijn de gegevens in de bewerkingspatronen niet meer
geldig.
248
Beschrijving
Correctie van gereedschapsradius uitgeschakeld
(standaardinstelling)
Correctie van gereedschapsradius positief, de verplaat-
sing wordt met de gereedschapsradius verlengd
Correctie van gereedschapsradius negatief, de verplaat-
sing wordt met de gereedschapsradius verkort
Positiewaarde incrementeel, heeft betrekking op de
actuele positie
Doorboren zonder opgave van een positiewaarde (alleen
voor handbediende Z-as)
Voordat u een bewerkingspatroon definieert, moet u
een geschikt gereedschap definiëren in de gereedschapstabel
het gereedschap selecteren in de statusbalk
Verdere informatie: "Gereedschapstabel maken", Pagina 168
Actuele positie
Neemt in de invoervelden van de verschillende regelty-
pen de actuele aspositie over
Informatie voor operator | MDI-werkstand
HEIDENHAIN | POSITIP 8000 | Bedieningshandleiding Frezen | 03/2022