Informatie voor OEM en Setup | Inbedrijfstelling
Motortype: servomotor unipolair
Parameter
Analoge uitgang
Umax
Vrijgave rechtsdraaiend
Vrijgave linksdraaiend
Vrijgave van aandrijving
Ingang voor foutsignaal
Signaal is low-actief
Elektronische asklemming voor
actieve as
Doelpositie bereikt
Stilstandsbewaking voor
ongestuurde assen
Lineaire positietolerantie bij
actieve stilstandsbewaking
Radiale positietolerantie bij
actieve stilstandsbewaking
HEIDENHAIN | POSITIP 8000 | Bedieningshandleiding Frezen | 03/2022
Uitleg
Toewijzing van de analoge uitgang van de servomotor volgens
penbezetting
Standaardwaarde: Niet verbinden
Maximale spanning die in de analoge uitgang wordt afgegeven om
Fmax te bereiken
Fmax kunt u bij elke as afzonderlijk vastleggen
Instelbereik: 1000 mV ... 10000 mV
Standaardwaarde: 9000
Toewijzing van de digitale uitgang voor vrijgave rechtsdraaiend
Standaardwaarde: Niet verbinden
Toewijzing van de digitale uitgang voor vrijgave linksdraaiend
Standaardwaarde: Niet verbinden
Toewijzing van de digitale uitgang voor de vrijgave van de aandrij-
ving volgens penbezetting
Standaardwaarde: Niet verbinden
Toewijzing van de digitale ingang voor herkenning van een foutsig-
naal
Standaardwaarde: niet geactiveerd
Selectie hoe het foutsignaal moet worden herkend
Selectie of de as moet worden geklemd wanneer deze zich op de
doelpositie bevindt
Instellingen:
ON: de as wordt vastgeklemd
OFF: de as wordt niet vastgeklemd
Standaardwaarde: OFF
Toewijzing van de digitale uitgang wanneer de as in MDI-
werkstand of in de programma-afloop op de Eindpositie staat
Standaardwaarde: Niet verbinden
Selectie of de stilstandsbewaking moet worden gebruikt
Instellingen:
ON: de bewaking is ingeschakeld
OFF: de bewaking is uitgeschakeld
Standaardwaarde: OFF
Vanaf deze drempelwaarde wordt uitgegaan van een beweging
van een niet-gestuurde lineaire as en wordt de centrale aandrijving
met een desbetreffende foutmelding gestopt
Instelbereik: 0.005 mm ... 2.000 mm
Standaardwaarde: 0.05 mm
Vanaf deze drempelwaarde wordt uitgegaan van een beweging
van een niet-gestuurde rotatie-as en wordt de centrale aandrijving
met een desbetreffende foutmelding gestopt
Instelbereik: 0.005 ° ... 45.000 °
Standaardwaarde: 0.5 °
II
109