als de deur wordt geopend, en wordt de verlichting uitgeschakeld als de deur
wordt gesloten.
Keuze temperatuureenheid:
Display 10 en 11 wisselen tussen Celsius en Fahrenheit.
④ Temperatuurinstelling (omlaag)
Druk op de knop voor temperatuurinstelling 2 en vervolgens op knop 4. De
temperatuur wordt in display 10 getoond. De temperatuur wordt telkens met
1 graad aangepast.
⑤ Temperatuurinstelling (omhoog)
Druk op de knop voor temperatuurinstelling 2 en vervolgens op knop 5. De
temperatuur wordt in display 10 getoond. De temperatuur wordt telkens met
1 graad aangepast.
⑥ Kinderbeveiliging
Druk op de knop om de kinderbeveiliging te activeren. Houd de knop 3
seconden lang ingedrukt om de functie uit te schakelen.
⑦ Indicator voor kinderslot
Kinderslot ingeschakeld
Kinderslot uitgeschakeld
⑧ Foutsysteem
Duidt op een fout bij de kast.
⑨ Display
Toont de werkelijke/ingestelde temperatuur in de bovenste zone.
⑩ Display
Toont de werkelijke/ingestelde temperatuur in de onderste zone.
Houd de knop 3 seconden lang ingedrukt.
30