SOL28
Vorstbeschermfunctie
SOL33
Hysteresis boiler
SOL36
Boilernooduitschakeling
SOL39
Minimumcollectorbegrenzing
SOL41
Werkingscontrole
debiet
3061910_201607
Parameterbeschrijving
Bij installaties die met water in plaats van met de Wolf-
specifieke warmtedragervloeistof gevuld zijn, kan een
vorstbeschermfunctie worden geactiveerd (gebruikt in zuidelijke
landen):
= 1:
Vorstbeschermfunctie actief
SOL28
= 0:
Vorstbeschermfunctie niet actief
SOL28
(fabrieksinstelling)
Bij geactiveerde vorstbeschermfunctie wordt het collectorveld
doorstroomd wanneer de collectortemperatuur onder 5 °C daalt.
De functie blijft actief tot de collectortemperatuur weer met 5 K
is gestegen.
Zonneleidingen buiten/in een koud dak moeten door de klant
tegen vorst worden beschermd!
Aan- en uitschakelcriterium om de zonneboiler te laden.
Tijdens de buiscollector- en collectorkoelfunctie wordt de
zonneboiler geladen tot
reële boilertemperatuur >= boilernooduitschakeling.
De collector geldt voor zonnewerking als geblokkeerd
wanneer hij de opgegeven minimale collectortemperatuur
niet heeft overschreden. De minimumcollectorbegrenzing
werkt niet bij vorstbeschermfunctie, collectorkoelfunctie,
pompvastloopbeveiliging en relaistest.
Collector vrijgegeven: Collectortemperatuur >
Collector geblokkeerd: Collectortemperatuur <
De debietbewaking gebeurt indirect d.m.v. de
collectortemperatuur. De debietbewaking geldt uitsluitend
tijdens de zonnewerking en de relaistest. Als de
collectortemperatuur boven de kritische collectortemperatuur
(parameter 04) stijgt, wordt foutcode 62 aangegeven. De
foutcode wordt teruggesteld wanneer de collectortemperatuur
5 K onder de kritische collectortemperatuur is gedaald.
Info:
Bij het inschakelen van de zonnecircuitpomp zijn
kortstondige temperatuuroverschrijdingen boven de kritische
collectortemperatuur mogelijk, ook wanneer het debiet van de
zonne-installaties voldoet aan de vereisten.
minimumcollectorbegrenzing
minimumcollectorbegrenzing - 3 K
23