Hoofdstuk 10: Camera-instelling
2. Selecteer het type PoE dat voor elke camera vereist is: geen PoE, PoE-af, PoE-at
of 12,5 W.
3. Klik op
Apply (Toepassen)
om terug te keren naar de live-weergave.
Opname-instellingen voor de camera
Met de opname-instellingen voor de camera kunt u de configuratie per camera per
stream-opnamemodus bepalen.
U configureert als volgt de opname-instellingen:
1. Klik in de menuwerkbalk op
Recording Settings (Opname-instellingen
2. Selecteer de camera die u wilt configureren.
3. Configureer de volgende opname-instellingen (beschikbare opties afhankelijk van
cameramodel):
•
Modus streamopname: selecteer een van de streamtypen om de opname-
parameters van die opnamemodus te configureren: mainstream (TL-Hi)
(standaard), mainstream (TL-Lo), mainstream (Gebeurtenis), mainstream
(Alarm) of substream.
•
Streamtype: selecteer het streamtype om video of video en audio op te nemen.
De standaardinstelling is Video.
•
Resolutie: selecteer de resolutie van de opname. De volgende opties zijn
beschikbaar (afhankelijk van de camera): 8 MPX, 6 MPX, 5 MPX, 4 MPX, QXGA
(3 MPX), 1080P, UXGA (2 MPX), SXGA, 960P (1.3 MPX), HD720P, SVGA, D1,
4CIF, VGA, DCIF, 2CIF, CIF of QCIF.
80
om de instellingen op te slaan. Klik op
Camera Setup (Camera-instelling)
camera).
Exit (Afsluiten)
>
Camera
TruVision NVR 11 Gebruikershandleiding