2. Voer de vereiste instellingen in het venster Intrusion Panel Setup (Instellen van
inbraakpaneel) in.
Optie
Stel als volgt de verbindingsparameters van het inbraakpaneel in:
1.
Verbinding met
inbraakpaneel inschakelen
2.
Inbraakpaneel selecteren
3.
Naam van inbraakpaneel
4.
Aantal zones
5.
IP-adres van inbraakpaneel
6.
Serverpoort
De heartbeat-alarm parameters instellen:
7.
Heartbeat-alarm van
paneel inschakelen
8.
Heartbeat interval(len)
TruVision NVR 11 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 13: Alarmen en gebeurtenissen instellen
Omschrijving
Selecteer dit selectievakje om de verbinding met het
inbraakpaneel in te schakelen.
Selecteer welk paneel u wilt instellen. U kunt maximaal drie
panelen instellen.
Voer een naam in voor het paneel.
Er kunnen maximaal 32 paneelzones rapporteren aan de
recorder. Het nummer kan niet worden verhoogd, maar u
kunt een andere ID toewijzen aan elke zone via het menu
Instellen van inbraakzone.
Hier vult u het IP-adres van het paneel in. Het IP-adres moet
in hetzelfde LAN staan als de recorder.
Voer de poort in die wordt gebruikt voor het rapporteren van
gebeurtenissen. De standaard waarde is 9999.
Dit poortnummer moet overeenkomen met het poortnummer
dat is ingesteld in het inbraakpaneel.
Selecteer dit selectievakje om het heartbeat-alarm van het
paneel in te schakelen. Het heartbeat-alarm wordt vervolgens
gerapporteerd aan de recorder.
Voer de interval tussen twee heartbeats in. Deze wordt
gemeten in seconden. De standaardwaarde is 120 s. Dit
interval is zelfs geldig wanneer het selectievakje 'heartbeat-
alarm van paneel inschakelen' is uitgeschakeld.
Om een heartbeat-alarm te kunnen activeren wanneer de
heartbeat niet binnen dit interval wordt ontvangen, schakelt u
het selectievakje 'heartbeat-alarm van paneel inschakelen' in.
125