Opname (Alle standen)
Het inschakelen van de camera duurt lang: wis bestanden of formatteer de
geheugenkaart.
De ontspanknop wordt uitgeschakeld:
• De batterij is leeg (0 17).
• De geheugenkaart is vergrendeld of vol.
• De flitser is aan het laden (0 69).
• De camera is niet scherpgesteld (0 25).
• U filmt momenteel een slow motion-film (0 59).
Er wordt slechts één foto gemaakt op het moment dat de sluiter wordt ingedrukt in de
continue ontspanstand: 5 fps is geselecteerd voor Continu/zelfontspanner en
de ingebouwde flitser is opgeklapt.
Foto's zijn vlekkerig: reinig de voorste en achterste lenselementen of de
stofbescherming (0 86).
Er verschijnen flikkeringen of strepen in films of in de schermweergaven: kies een
Flikkerreductie-instelling die overeenkomt met uw lokale netvoeding
(0 78).
Geen flitser: zie pagina 72. De flitser zal niet flitsen als deze uit is (0 70); in de
standen P, S, A en M flitst de flitser niet in neergeklapte positie.
Menu-items zijn beschikbaar: sommige opties zijn alleen beschikbaar in bepaalde
opname- en belichtingsstanden of wanneer de draadloze mobiele adapter is
bevestigd (0 84).
Films
Kan geen films opnemen: de filmopnameknop kan niet worden gebruikt om films
op te nemen in de stand voor beste moment vastleggen of
Bewegingssnapshot (0 48, 53).
Er wordt geen geluid opgenomen voor films:
n
• Microfoon uit is geselecteerd voor Opties voor filmgeluid > Microfoon
(0 78).
• Live audio wordt niet opgenomen met films in slow motion (0 60) of
Bewegingssnapshots (0 51).
92