• Gebruik de batterij niet bij
omgevingstemperaturen lager dan
0°C of hoger dan 40°C; het niet in
acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan de batterij
beschadigen of de prestaties doen
verslechteren. De capaciteit kan
afnemen en de oplaadtijden
kunnen toenemen bij
batterijtemperaturen van 0°C tot
10°C en van 45°C tot 60°C; de
batterij zal niet opladen bij
temperaturen lager dan 0°C of
hoger dan 60°C.
De batterijlader: Laad de batterij op bij
omgevingstemperaturen tussen 5°C
en 35°C. Als het lampje OPLADEN snel
knippert tijdens het opladen, stop
dan onmiddellijk het gebruik en
breng de batterij en lader naar uw
winkelier of een door Nikon
geautoriseerde
servicevertegenwoordiger.
Verplaats de lader niet en raak de
batterij niet aan tijdens het opladen.
Het niet in acht nemen van deze
voorzorgsmaatregel kan in zeer
zeldzame gevallen resulteren in een
lader die aangeeft dat het opladen is
voltooid terwijl de batterij slechts
n
gedeeltelijk is opgeladen. Verwijder
de batterij en plaats deze vervolgens
terug om het opladen opnieuw te
starten.
D
Onderhoud van camera en accessoires
De camera is een precisieapparaat dat regelmatig onderhoud vereist. Nikon
beveelt aan de camera eens per jaar of per twee jaar te laten nakijken door
de leverancier of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger
en elke drie tot vijf jaar een onderhoudsbeurt te geven (houd er rekening
mee dat hieraan kosten zijn verbonden). Regelmatige inspectie en
onderhoud worden vooral aanbevolen wanneer u de camera voor
professionele doeleinden gebruikt. Het wordt aanbevolen om tegelijkertijd
met uw camera veelgebruikte accessoires, zoals objectieven, te laten
nakijken en onderhouden.
90
Gebruik de lader alleen met
compatibele batterijen. Haal de
stekker uit het stopcontact wanneer
de lader niet in gebruik is.
Geheugenkaarten:
• De camera bewaart foto's op SD-,
SDHC- en SDXC-geheugenkaarten
(los verkrijgbaar).
• Verwijder geen geheugenkaarten
uit de camera, zet de camera niet uit
of verwijder of ontkoppel niet de
voedingsbron tijdens het
formatteren of terwijl gegevens
worden opgeslagen, verwijderd of
naar een computer worden
gekopieerd. Het niet in acht nemen
van deze voorzorgsmaatregelen
kan gegevensverlies tot gevolg
hebben of schade aan de camera of
kaart toebrengen.
• Raak de contacten van de kaart niet
aan met uw vingers of metalen
voorwerpen.
• Niet buigen, laten vallen of
blootstellen aan hevige schokken.
• Oefen geen druk uit op de
behuizing van de kaart. Het niet in
acht nemen van deze
waarschuwing kan tot
beschadiging van de
geheugenkaart leiden.
• Niet blootstellen aan water, hitte,
hoge luchtvochtigheid of direct
zonlicht.
• Formatteer geheugenkaarten niet
in een computer.