Gebruikershandleiding
C
Lijn de hoeken van de cassette en de printer met elkaar uit en laat de printer voorzichtig op de cassette
zakken zodat de aansluiting en de twee pinnetjes boven op de cassette in de terminal, respectievelijk de
openingen onder in de printer passen.
D
Sluit alle interfacekabels en het netsnoer weer aan.
E
Sluit het netsnoer van de printer aan op een stopcontact.
F
Schakel de printer in.
De optionele cassette inschakelen in de printerdriver
U schakelt de optionele cassette in door de printereigenschappen te openen en de volgende instellingen te definiëren.
Windows
A
Open de printereigenschappen.
&
"Printereigenschappen voor Windows openen" op pagina 30
B
Selecteer het tabblad Optional Settings (Optionele instellingen) en selecteer Acquire from Printer
(Opvragen bij printer) onder Printer Information (Printerinformatie). Klik vervolgens op de knop Get
(Opvragen).
C
Klik op de knop OK om het venster te sluiten.
Mac OS X
A
Open System Preferences (Systeemvoorkeuren) en dubbelklik op het pictogram Print & Scan (Afdrukken
en scannen) ("Print & Fax (Afdrukken en faxen)" voor OS X 10.6 of 10.5).
B
Selecteer de printer uit de lijst, selecteer Options & Supplies (Opties en toebehoren) ("Open Print Queue
(Open afdrukwachtrij)" en klik op "Info" voor OS X 10.5).
C
Klik op het tabblad Driver (Besturingsbestand) en selecteer Cassette 2 als Lower Cassette (Onderste
cassette).
Uw printer en software onderhouden
69