Tip
• Om de spoorvolging in de neutraalstand te brengen, drukt u PROGRAM + en – op
de videorecorder tegelijkertijd in.
Opmerkingen
• U kunt de spoorvolging regelen bij een NTSC-cassette maar de
spoorvolgingsmeter verschijnt dan niet.
• Als de Auto Long Play functie is aangeschakeld, werkt de OPC functie alleen in de
SP stand. Als de bandsnelheid automatisch wordt overgeschakeld van SP naar LP,
schakelt de OPC functie uit. Als het programma echter volledig wordt opgenomen
in de LP stand, werkt de OPC functie wel.
• Het duurt ongeveer tien seconden vooraleer de videorecorder effectief begint op de
nemen omdat de videorecorder die tijd nodig heeft om de cassette te analyseren.
Om die vertraging te vermijden, zet u de videorecorder eerst in de
opnamepauzestand (de OPC indicator knippert traag) en drukt u op z REC om de
cassette door de videorecorder te laten analyseren (de OPC indicator knippert
snel). Wanneer de OPC indicator stopt met knipperen, drukt u op X PAUSE om de
opname onmiddellijk te starten.
Als u snel wilt beginnen opnemen zonder de OPC functie te gebruiken, zet u de
videorecorder eerst in de opnamewachtstand (de OPC indicator knippert traag) en
drukt u vervolgens nogmaals op X PAUSE om de opname te starten.
70
Het beeld regelen