❚❚ Gezichts-/oogherkenning AF
Bij het fotograferen van portretonderwerpen
met behulp van Automatisch veld-AF,
gebruikt u Persoonlijke instelling a4 (Auto
veld-AF gezicht-/oogherk.) om te bepalen
of de camera zowel gezichten als ogen
detecteert (gezichts-/oogherk. AF) of alleen
gezichten (gezichtsherk.). Als Gezichts- en
oogherkenning aan is geselecteerd en een
portretonderwerp is gedetecteerd, dan
verschijnt er een amber kader dat het
scherpstelpunt aangeeft rond het gezicht
van het onderwerp of, als de camera de ogen
van het onderwerp detecteert, rond het ene
of het andere oog (gezichts-/oogherkenning
AF). Gezichten die gedetecteerd worden wanneer
Gezichtsherkenning aan is geselecteerd, worden ook aangegeven
met een amber scherpstelpunt. Als AF-C is geselecteerd voor de
scherpstelmodus, licht het scherpstelpunt amber op wanneer
gezichten of ogen worden gedetecteerd, terwijl als AF-S is geselecteerd,
het scherpstelpunt groen wordt wanneer de camera scherpstelt.
Als er meer dan één portretonderwerp of meer dan één oog wordt
gedetecteerd, verschijnen de pictogrammen e en f op het
scherpstelpunt en zult u in staat zijn om het scherpstelpunt te
plaatsen op een ander gezicht of oog door op 4 of 2 te drukken.
Als het onderwerp wegkijkt nadat het gezicht is gedetecteerd, dan
verschuift het scherpstelpunt om de beweging te volgen.
Tijdens het afspelen kunt u inzoomen op het gezicht of het oog dat
gebruikt is voor het scherpstellen door op J te drukken.
D
Gezichts-/oogherkenning AF
Oogherkenning is niet beschikbaar in filmstand. Oog- en gezichtsherkenning
werkt mogelijk niet zoals verwacht als:
• het gezicht van het onderwerp een zeer groot of zeer klein deel van het
beeld beslaat,
• het gezicht van het onderwerp te fel of te slecht is belicht,
• het onderwerp een bril of een zonnebril draagt,
• het gezicht of de ogen van het onderwerp worden bedekt door haar of
andere voorwerpen, of
• het onderwerp te veel beweegt tijdens het fotograferen.
Scherpstelpunt
Basisinstellingen
57