7. Justeren
Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke
weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels
van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de
weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de
plaats van installatie). Een dergelijk justeerproces dient men uit te voeren bij eerste
ingebruikname, na elke wijziging van locatie van de weegschaal als ook bij
temperatuurschommelingen van de omgeving. Om nauwkeurige meetwaarden te
bereiken is het aanbevolen om aanvullend cyclisch de weegschaal te justeren ook in
de weegmodus.
Voor stabiele omgevingsomstandigheden zorgen. Voor de stabilisatie is een
opwarmingstijd vereist van ca. 1 minuut.
Het vereiste kalibratiegewicht voorbereiden, details, zie hoofdstuk 1 "Technische
gegevens".
Aanzetten van de weegschaal
De toets Unit drukken en gedrukt houden (ca. 3s ) totdat de aanduiding "CAL"
verschijnt.
Afwachten totdat de weegwaarde van het vereiste kalibratiegewicht wordt
afgelezen, bv. 10 kg (zie hoofdstuk 1).
Het kalibratiegewicht ophangen, kort daarna verschijnt de aanduiding "F".
Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch terug in de weegmodus
gezet.
Ingeval van een justeerfout of een foutief kalibratiegewicht verschijnt een
foutmelding - het justeerproces herhalen.
CH-BA-nl-1635
22