7. Bediening
Deze instructies beschrijven het dagelijks gebruik van het
systeem. Andere handelingen, zoals onderhoud en reparatie,
moeten worden uitgevoerd door volledig opgeleid personeel in
dienst van of geautoriseerd door de leverancier.
Initialisatie
Controleer alvorens het Cryomatic MKII systeem te gebruiken
dat het correct is geïnstalleerd in overeenstemming met
hoofdstuk 6.
De probe moet nu nog NIET worden aangesloten. Als een probe
is aangesloten verschijnt een knipperende pijl die aangeeft dat
de probe moet worden verwijderd.
1
Schakel de apparatuur in met de tuimelschakelaar.
2
Een activiteitenbalk in het cilindersymbool geeft aan dat
de gastoevoer wordt gecontroleerd.
Raadpleeg als een waarschuwing wordt weergegeven
Probleemoplossing in hoofdstuk 11.
3
Verifieer nadat de initialiseringscontroles zijn voltooid of
er voldoende cryogeen gas beschikbaar is - dit wordt
aangegeven door het cilindersymbool op het scherm in
het voorpaneel. Het cilindersymbool knippert als de
cilinderdruk tot onder een bruikbaar niveau (450 PSI)
daalt.
Cilinderdruk goed.
Cilinder op of onder vereiste minimumdruk voor veilige
en effectieve werking. Vervang de gascilinder of zorg
dat een vervangende cilinder direct beschikbaar is op
het gebruikspunt.
4
De apparatuur staat nu in de RUSTSTAND. De cryoprobe
kan nu worden aangesloten.
De kraag beweegt rechtsom om aan te geven dat de probe
correct is vergrendeld. Wanneer de probe correct is aangesloten
wordt het relevante probe-symbool weergegeven, tezamen met
de optie Accepteren.
Home
Terug
Volgende
15