WAARSCHUWING
• Wanneer de airconditioner niet wordt gebruikt zoals hierboven is aangegeven, kunnen
bepaalde beveiligingsvoorzieningen gaan werken, waardoor de unit niet meer normaal
functioneert.
• Relatieve vochtigheid in de ruimte minder dan 80%. Wanneer de airconditioner in bedrijf is bij
een relatieve luchtvochtigheid van meer dan 80% in de ruimte kan er op de oppervlakte van
de airconditioner condens ontstaan. In dat geval dient u de verticale luchtstroom lamel in de
uiterste stand (verticaal naar de vloer gericht) en de ventilator op Hoog ("HIGH") te zetten.
• Sluit voor een maximaal effect van uw airconditioner altijd deuren en ramen wanneer wordt
gekoeld of verwarmd.
D
HANDBEDIENING
De airconditioner kan op het apparaat zelf en met de bijgeleverde afstandsbediening met de hand worden
bediend. Voor het werken met de afstandsbediening zie hoofdstuk E "Werken met afstandsbediening".
Wanneer geen gebruik wordt gemaakt van de afstandsbediening, zal de airconditioner alleen in de AUTO-
modus werken. Volg dan de volgende aanwijzingen:
Handmatige
bedieningsknop
1.
Open het voorpaneel en til het schuin op tot het met een klik vast blijft zitten.
2.
Eenmaal drukken op handmatige bedieningsknop
3.
Sluit het paneel weer goed.
WAARSCHUWING
• Zodra u de handmatige bedieningsknop indrukt verspringt de bedrijfsmodus van: Automatisch
"AUTO", naar Koelen "COOL" naar Uit "OFF".
• Druk de knop tweemaal in en de unit werkt in de geforceerde Koelen "COOL" modus. Dit
wordt alleen gebruikt om te testen.
• Een derde maal drukken op de knop zorgt ervoor dat de bewerking wordt gestopt en de
airconditioner wordt uitgeschakeld.
• Om weer terug te gaan naar het gebruik van de afstandsbediening dient u de
afstandsbediening rechtstreeks te gebruiken.
Paneel
Automatisch / Koelen
"AUTO / COOL"
zet de unit op Automatische "AUTO" bediening.
1
47