WAARSCHUWING
• De knoppen "AIR DIRECTION" en "SWING" werken niet wanneer de airconditioner af staat (ook
wanneer de "TIMER ON" is ingesteld).
• Laat de airconditioner nooit lange tijd in de koel- of droogstand werken met de luchtstroom naar
omlaag gericht. Als u dit toch doet kan er condensvorming ontstaan op de horizontale lamel,
waardoor er water kan lekken.
• Beweeg de horizontale lamel niet met de hand. Gebruik altijd de "AIR DIRECTION" knop 8 of de
"SWING" knop
Wanneer het rooster niet naar behoren functioneert, zet dan de airconditioner af en weer aan.
• Wanneer de airconditioner meteen na het afzetten weer wordt aangezet, kan de horizontale
lamel gedurende ongeveer 10 seconden mogelijk niet bewegen.
• De openingshoek van de horizontale lamel mag niet te nauw worden afgesteld omdat, vanwege
een te geringe luchtstroom, de functie Koelen of Verwarmen kan worden verstoord.
• Laat de unit niet werken met de horizontale lamel in gesloten positie.
• Wanneer de airconditioner wordt aangesloten op stroom (initiële stroom), kan de horizontale
lamel gedurende 10 seconden een geluid maken. Dit is normaal.
H
HOE DE AIRCONDITIONER WERKT
Druk op de Slaapstand "SLEEP" knop
1
Stel de
tempe-
1
ratuur in
1 uur
1 uur
KOELEN
Druk op de Slaapstand "SLEEP" knop
Stel de
1
tempera-
tuur in
1
1 uur
1 uur
VERWARMEN
Kamer-
tempe-
ratuur
Tijd
Temperatuur instellen
ONTVOCHTIGEN
1
54
. Als u dit blaasrooster met de hand beweegt kan de werking worden verstoord.
AUTOMATISCHE WERKING
•
Wanneer u de airconditioner in de Automatische stand "AUTO" zet, (knop
op de afstandsbediening), worden KOELEN, VERWARMEN of Alleen
VENTILEREN automatisch geselecteerd, afhankelijk van de temperatuur die
u heeft ingesteld en de kamertemperatuur.
•
De airconditioner regelt de kamertemperatuur automatisch volgens de door
u ingestelde temperatuur.
•
Wanneer de "AUTO" stand u niet bevalt, kunt u de instellingen ook hand-
matig aanpassen.
ZUINIGE WERKING
•
Wanneer u tijdens KOELEN, VERWARMEN of AUTO de Slaapstand "SLEEP"
knop
indrukt zal de airconditioner er automatisch voor zorgen dat de
temperatuur 1ºC per uur stijgt (koelen) of daalt (verwarmen). Na 2 uur
wordt de ingestelde temperatuur weer hersteld. De ventilatorsnelheid
wordt automatisch geregeld.
ONTVOCHTIGEN
•
De stand Ontvochtigen selecteert automatisch de bedrijfsmodus
Ontvochtigen op basis van het verschil tussen de ingestelde temperatuur en
de werkelijke temperatuur in de ruimte.
•
Tijdens het ontvochtigen wordt de functie Koelen of Alleen Ventileren regel-
matig in- en uitgeschakeld om de temperatuur te regelen. De ventilatiesnel-
heid is Laag.
•
In de normale stand Koelen wordt de lucht ook door de airconditioner ont-
vochtigd.