20
|
Configuratie
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling
• —: Waardenummer
•
: Standaard
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
74
4 Start de airconditioner.
Resultaat: Het bedrijfslampje brandt en de unit begint te draaien in de
ventilatorstand voor de automatische regeling van de luchtstroom.
5 Controleer na de automatische regeling van de luchtstroom (de airco stopt) of
het waardenummer "—" op 02 is ingesteld. Als er geen verandering, voert u
de instelling opnieuw uit.
Inhoud instelling:
Luchtstroomregeling is UIT
Beëindiging van automatische regeling van de
luchtstroom
Start van automatische regeling van de luchtstroom
Externe statische druk instellen met de gebruikersinterface
Controleer de instelling van de binnenunit: het waardenummer "—" moet op 01
staan voor M 11(21) en SW 7.
1 Verander het waardenummer "—" volgens de externe statische druk van het
aan te sluiten kanaal zoals aangegeven in de tabel hierna.
(1)
Instelling
M
SW
13(23)
6
Externe statische druk
—
01
62
02
70
03
80
04
90
05
100
06
115
07
130
08
145
09
160
10
175
11
190
12
205
13
220
14
235
15
250
(1)
Dan
M
SW
—
11(21)
7
01
02
03
FDA200+250AXVEB
Split-systeemairconditioners
4P580572-1A – 2022.11