8
|
Werking
8 Werking
8.1 Werkingsbereik
8.2 Over bedrijfsstanden
8.2.1 Basis bedrijfsstanden
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
30
INFORMATIE
Voor de bedrijfslimieten, zie de technische gegevens van de aangesloten buitenunit.
INFORMATIE
Afhankelijk van het geïnstalleerde systeem, zijn sommige bedrijfsstanden niet
beschikbaar.
▪
De
luchtstroomsnelheid
kamertemperatuur of de ventilator kan onmiddellijk stoppen. Dit is echter geen
storing.
▪
Als de hoofdvoeding tijdens het gebruik wordt uitgeschakeld, wordt de unit
automatisch herstart zodra de voeding weer wordt ingeschakeld.
▪
Instelpunt. Streeftemperatuur voor koelen, verwarmen en automatische stand.
▪
Setback. Een functie die de kamertemperatuur binnen een bepaald bereik houdt
wanneer het systeem uitgeschakeld is (door de gebruiker, de programmafunctie
of de uitschakeltimer).
De binnenunit kan in verschillende bedrijfsstanden werken.
Symbool
Koelen. In deze stand wordt koelen geactiveerd volgens de
vereisten van het instelpunt of de setback-werking.
Verwarmen. In deze stand wordt verwarmen geactiveerd
volgens de vereisten van het instelpunt of de setback-werking.
Alleen ventilator. In deze stand wordt er lucht gecirculeerd,
zonder verwarmen of koelen.
Auto. In de automatische stand schakelt de binnenunit
automatisch tussen verwarmen en koelen, zoals bepaald door
het instelpunt.
kan
zich
automatisch
Bedrijfsstand
aanpassen
aan
de
FDA200+250AXVEB
Split-systeemairconditioners
4P580572-1A – 2022.11