19
|
Inbedrijfstelling
19.3 Controlelijst voor de inbedrijfstelling
19.4 Proefdraaien
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
72
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde punten.
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
U hebt de volledige instructies voor installatie en gebruik gelezen, zoals beschreven in de
uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker.
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
De afvoerleiding is goed geïnstalleerd en geïsoleerd, en het afvoerwater goed kan
wegstromen. Controleer op waterlekken.
Mogelijk gevolg: er kan condenswater naar beneden druppelen.
Het kanaal is goed geïnstalleerd en geïsoleerd.
De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn goed geïnstalleerd en thermisch geïsoleerd.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
Er zijn GEEN ontbrekende fasen of omgekeerde fasen.
Het systeem is correct geaard en de aardingsklemmen zijn vastgedraaid.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn overeenkomstig dit document
geïnstalleerd en zijn NIET overbrugd.
De voedingsspanning stemt overeen met de spanning op het identificatieplaatje van de
unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of beschadigde elektrische onderdelen in
de schakelkast.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die tegen de binnenkant van de binnen- of
buitenunit gedrukt worden.
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan volledig open.
INFORMATIE
▪
Voer het proefdraaien uit zoals beschreven in de handleiding van de aangesloten
gebruikersinterface.
▪
Het proefdraaien is alleen voltooid als er geen storingscode op de
gebruikersinterface staat.
▪
Zie de servicehandleiding voor de volledige lijst met foutcodes en een
gedetailleerde uitleg voor het opsporen en oplossen van elke storing.
OPMERKING
Onderbreek het proefdraaien NIET.
FDA200+250AXVEB
Split-systeemairconditioners
4P580572-1A – 2022.11