De functies die middels een PIN-code beveiligd moeten worden, worden in de derde
stap gedefinieerd. De volgende instelmogelijkheden kunnen met een PIN-code
worden beveiligd:
Index
Bevoegdheden
·
1
Toegang configuratie via de telefoon of pc
·
2
Uitlezen van de gespreksgegevens
·
3
VIP-buitenlijn
·
4
Gereserveerd
·
5
Ruimtebewaking vanaf een externe aansluiting
·
6
Op afstand wijzigen van deelnemer oproepomleiding
·
7
Op afstand wijzigen van oproepdoorschakeling
·
8
Afstandsbediening zonder activiteit op de telefooncentrale
670
1
1e blok
Programmeercode
2de blok
De te beveiligen instelling met index (1 – 8) uit bovenstaande
tabel
3de blok
Bevoegdheid
0 = niet toegestaan (standaard instelling)
1 = toegestaan
In de vierde stap moeten de PIN-codes aan de functies worden toegekend. Door de
toekenning van deze PIN-codes is het mogelijk dat de systeembeheerder met
slechts één PIN-code toegang heeft tot alle functies.
67
1
1e blok
Programmeercode
2de blok
Index van de PIN-code (1-7)
3de blok
De te beveiligen instelling met index (1 - 8) uit voorgaande tabel
4de blok
Bevoegdheid
0 = toegang voor PIN-code niet toegestaan
1 = toegang voor PIN-code toegestaan
De toegang voor het programmeren op afstand voor de gespreks- en verkorte
kiesgegevens wordt bovendien beveiligd en wordt door de volgende ingave
toegestaan of verboden.
679
1
Instellingen via de telefoon
1
1
1
1
117