Installatie
Installatie
Installatie
Installatie
5 5 5 5
C-NET melderlus
5.6 C C C C - - - - NET melderlus
5.6
5.6
5.6
34 | 129
NET melderlus
NET melderlus
NET melderlus
Er kunnen max. 126 apparaten, zoals automatische brandmelders (bijv. rook- of
warmtemelders), handbrandmelders, I/O-modules en andere C-NET componenten,
op de C-NET melderlus worden aangesloten.
De aansluiting voor de C-NET melderlus bevindt zich op de hoofdprint. De meeste
lusapparatuur, zoals brandmelders, wordt rechtstreeks gevoed door C-NET met de
benodigde bedrijfsspanning. Voor FDCI723 en speciale toepassingen met I/O-
modules is een externe stroomvoorziening vereist.
in onderstaande afbeelding wordt de verbinding van de C-NET melderlus met
randapparaten getoond.
L L L L us
us i i i i s s s s olato
olator r r r
us us
olato
olato
Alle C-NET apparatuur heeft een geïntegreerde lus isolator.
In geval van kortsluiting in de C-NET bedrading worden de lus isolatoren in de
nabijheid van de kabelfout geopend en wordt het defecte kabelsegment
afgeschakeld. De C-NET apparaten blijven functioneel en gereed om te detecteren.
De fout wordt op de centrale weergegeven.
Aansluit
Aansluitfactor
Aansluit
Aansluit
factor
factor
factor
Het maximumaantal aansluitbare C-NET randapparaten (126 apparaten) en de
maximale luslengte (3300 m) zijn afhankelijk van de aansluitfactor van de
apparatuur.
Details moeten worden berekend met het hulpprogramma 'FX3610 Cerberus FIT
Quantities' A6V10885143.