Alarmverificatie verloopt als volgt:
●
Een alarmmelding activeert de lokale alarmering en start tijd T1 voor
acceptatie.
●
Het bedieningspersoneel bevestigt de alarmmelding op de centrale vóór het
verstrijken van T1. Bij bevestiging wordt de lokale alarmering normaliter
uitgezet.
Als er geen bevestiging heeft plaatsgevonden, wordt de algemene alarmering
geactiveerd na het verstrijken van T1.
●
Na bevestiging start verkenningstijd T2. Tijdens tijd T2 verkent het
bedieningspersoneel de plaats van de brand.
–
In geval van een onecht alarm stelt de operator de alarmmelding terug op
het dichtstbijzijnde bedienveld. Het alarmeringsproces stopt, en er wordt
geen algemene alarmering geactiveerd.
–
In geval van brand moet de dichtstbijzijnde handbrandmelder of de knop
<Alarmvertraging uit> op de centrale worden ingedrukt.
Algemene alarmering wordt ook geactiveerd na het verstrijken van T2 als er niet
teruggesteld is.
Dag
Dagbedrijf
Dag
Dag
bedrijf
bedrijf
bedrijf
Dagbedrijf stelt het verantwoordelijke personeel in staat de brandmelding te
onderzoeken alvorens een beroep gedaan wordt op het ingrijpen door derden.
Hierdoor kunnen problemen vermeden worden in geval van vals alarm.
Inzetcontrole (T1)
Inzetcontrole (T1)
Inzetcontrole (T1)
Inzetcontrole (T1)
Bij een brandincident kan het verantwoordelijke personeel de alarmering op de
centrale bevestigen door binnen tijd T1 op bevestigingsknop (ACCEPTEREN) te
drukken. Na bevestiging start verkenningstijd T2.
Er wordt een echt 'ALARM' geactiveerd als niemand de alarmtoestand binnen de
gegeven tijd T1 bevestigt.
Verkenningstijd (T2)
Verkenning
Verkenning
Verkenning
stijd (T2)
stijd (T2)
stijd (T2)
Tijdens verkenningstijd T2 kan het bedieningspersoneel de aangegeven bron van
het alarm onderzoeken en de oorzaak van de alarmmelding nagaan:
●
Betreft het een echte brand (ERNSTIG INCIDENT)?
●
Betreft het een smeulende prullenbak (ONECHT ALARM)?
●
Heeft de installatie een bedrieglijk verschijnsel gedetecteerd (ONECHT
ALARM)?
In geval van een ernstig incident moet de dichtstbijzijnde handbrandmelder of de
knop <Alarmvertraging uit> op de centrale worden ingedrukt. Vervolgens wordt er
een alarm getriggerd.
Voor een onecht alarm of vals alarm kan de operator de centrale terugstellen.
Er wordt een echt alarm geactiveerd als het alarm niet binnen de gegeven tijd T2
wordt teruggesteld.
De normtijd volgens NEN-EN 54-2 is T1 + T2 ≤ 10 min.
Bijlage A: Alarmverificatieconcept (AVC)
Bijlage A: Alarm
verificatieconcept (AVC)
Bijlage A: Alarm
Bijlage A: Alarm
verificatieconcept (AVC)
verificatieconcept (AVC)
14
14
14
14
119 | 129