Alleen draairegelaar Mover XT
Draaien op de plaats zonder vooruit of achteruit de bewegen
– Naar rechts draaien –> caravandissel naar rechts
linkerwiel draait vooruit – rechterwiel draait achteruit
draaiing om het midden van de caravan
– Naar links draaien –> caravandissel naar links
linkerwiel draait achteruit – rechterwiel draait vooruit
draaiing om het midden van de caravan Hoe verder de
draairegelaar wordt uitgedraaid, hoe sneller de draaiing op
de plaats.
Alleen draairegelaar Mover XT2
Een continu draaien op de plaats is niet mogelijk met een
dubbelassig chassis.
Draairegelaar en schuifregelaar Mover XT / XT2
(Bocht vooruit of achteruit naar rechts of links)
– Draairegelaar naar rechts en schuifregelaar naar voren
–> caravan rijdt in de richting van de dissel vooruit in een
rechterbocht
– Draairegelaar naar links en schuifregelaar naar voren
–> caravan rijdt in de richting van de dissel vooruit in een
linkerbocht
– Draairegelaar naar rechts en schuifregelaar naar achteren
–> caravan rijdt tegen de richting van de dissel achteruit in
een rechterbocht
– Draairegelaar naar links en schuifregelaar naar achteren
–> caravan rijdt tegen de richting van de dissel achteruit in
een linkerbocht
Hoe verder de schuifregelaar tot de aanslag wordt geschoven,
hoe meer de snelheid toeneemt.
Hoe meer de draairegelaar wordt gedraaid, hoe kleiner de
straal van de gereden bocht. Door gelijktijdig bedienen van de
schuifregelaar en de draairegelaar kan de caravan nauwkeurig
worden gemanoeuvreerd. Door het ontwerp zijn zeer krappe
bochten niet mogelijk met een dubbelassig chassis.
Aanzetten en vrijzetten
De aandrijfrollen worden door middel van de afstands-
bediening op de wielen aangezet of vrij gezet.
h = tweehandige bediening vrijzetten van de aandrijfrollen
(aandrijfrollen bewegen van de band weg)
i = tweehandige bediening aanzetten van de aandrijfrollen
(aandrijfrollen bewegen naar de band toe)
Voor het vrijzetten moet de caravan tegen wegrollen
zijn beveiligd. Handrem aantrekken en / of door wiggen
tegen wegrollen beveiligen!
Voor aan- resp. vrijzetten van de aandrijfrollen moeten altijd
beide drukknoppen gelijktijdig – gedurende ca. 3 secon-
den (veiligheidsvertraging) – ingedrukt worden, tot een piep-
toon klinkt en het aanzetten resp. vrijzetten van de aandrijfrol-
len begint.
Tijdens het aan- resp. vrijzetten knippert LED2 en de druk-
knoppen kunnen worden losgelaten. Bij bereiken van de eind-
positie van de aandrijfrollen klinkt een dubbele pieptoon.
De rijcommando's worden alleen uitgevoerd, als de aan-
drijfrollen volledig zijn aangezet of vrij gezet. Als de aan-
zet- of vrijzetprocedure wordt onderbroken, moet deze op-
nieuw worden gestart en volledig uitgevoerd, voordat weer
nieuwe rijcommando's kunnen worden uitgevoerd.
Als tijdens het aanzetten de beide toetsen voor vrijzetten
worden ingedrukt, wordt het aanzetten onderbroken, de
aandrijfrollen draaien weg en gaan automatisch terug in de
eindpositie.
De afstandsbediening schakelt automatisch na ca. 3 minuten
uit als geen van de knoppen wordt ingedrukt. De groene
LED 4 dooft.
Om de afstandsbediening weer te activeren, de schuifscha-
kelaar op „Uit" en na ca. 2 seconden weer op „Aan"
schakelen.
Op de caravan zelf zit geen „Aan / Uit"-schakelaar.
De schuifschakelaar aan de zijkant van de afstandsbediening
(„Aan / Uit") dient ook als „noodstop-schakelaar". Bij opval-
lende zaken, bijv. ongecontroleerd gedrag van de manoeu-
vreerhulp, moet de schakelaar aan de zijkant onmiddellijk op
„Uit" worden gezet.
De afstandsbediening kan alleen weer worden ingescha-
keld, als deze minstens 2 seconden uitgeschakeld was.
Bij snel uit- en weer inschakelen blijft de afstandsbediening
uitgeschakeld.
LED-knippercode en pieptoon van de
afstandsbediening
LED 1 rood Weergave van het laadniveau van de
caravanaccu
goed
LED uit
zwak
LED brandt
leeg
LED brandt en LED 3 geeft
een foutmelding aan
LED 2 geel
brandt bij een kortstondige storing, daarnaast
klinkt er een pieptoon bij overspanning / overver-
hitting. Vermogen wordt automatisch geredu-
ceerd. Systeem laten afkoelen.
knippert als de Mover is aangezet en de bestu-
ring of de afstandsbediening werd uitgeschakeld.
Daarnaast klinkt een pieptoon.
knippert tijdens het aan- resp. vrijzetten
knippert na inschakelen, als de aanzet- of vrijzet-
procedure voor de laatste keer uitschakelen niet
werd beëindigd. Daarnaast klinkt een pieptoon.
Aanzet- resp. vrijzetprocedure opnieuw opstar-
ten en beëindigen. Pas daarna kunnen rijcom-
mando's door middel van de draai- resp. schuifre-
gelaar worden uitgevoerd.
LED 3 rood brandt bij continue storing, daarnaast klinkt er
een pieptoon bijv. bij een defecte aandrijfmotor
handrem aantrekken. Zie „Fouten zoeken"
LED 4 groen knippert als er na het inschakelen van de af-
standsbediening nog geen radioverbinding tot
stand is gebracht.
knippert vier maal met een pieptoon, als 10 se-
conden na het inschakelen van de afstandsbedie-
ning de verbinding met de manoeuvreerhulp niet
tot stand kon worden gebracht. Daarna schakelt
de afstandsbediening uit.
brandt als het apparaat gereed is voor gebruik en
de dataverbinding stabiel is
knipper vier maal, als de aandrijfrollen zijn vrijge-
zet en het manoeuvreersysteem wordt uitgescha-
keld. Daarna schakelt de afstandsbediening uit.
knippert vier maal met een pieptoon, als binnen
3 minuten geen knop op de afstandsbediening
wordt ingedrukt. Daarna schakelt de afstandsbe-
diening uit.
knippert vier maal met pieptoon na verbreken
van de draadloze verbinding. Daarna schakelt de
afstandsbediening uit.
Alle LED's „Uit" en geen pieptoon
Systeem uit
(eventueel batterijen van de afstandsbediening controleren)
NL
5