NEDERLANDS
22. Gebalanceerde stereo masteruitgang: Gebalanceerde terminalblokuitgang met hetzelfde signaal als
uitgang (28), vaak gebruikt voor vaste installaties.
23. Ingang dempen muziek: Dit is een ingang met aansluitklemmen waarmee de masters op afstand
kunnen worden gedempt door gewoon de contacten kort te sluiten.
24. Ingang voor noodgevallen: Dit is een automatisch detecterende, gebalanceerde ingang met
aasluitklemmen, die het aansluiten op een evacuatiesysteem mogelijk maakt. Zodra er op deze ingang
een audiosignaal aanwezig is, worden alle uitgangssignalen gedempt en zal in plaats daarvan het
noodbericht/-signaal van deze ingang hoorbaar worden.
Microfoonroutering voor dempen/noodgevallen: Afhankelijk van de toepassing, gewoonten van
gebruikers en lokale veiligheidseisen, kan het nuttig zijn om tijdens een noodgeval de lokale
microfoons in of uit te schakelen, waarbij een noodsignaal, dat binnenkomt op de
noodgevalleningang (24), alle programmasignalen uitschakelt. Het voordeel van het in dit geval
uitschakelen van de microfoons is dat de lokale gebruiker niet met behulp van zijn eigen microfoon
de hoorbaarheid van de noodaankondiging kan verstoren. Het nadeel is dat als de
noodaankondiging om wat voor reden dan ook niet stopt, dat de lokale gebruiker door middel van de
lokale microfoon nog steeds noodgevallen/evacuatie-instructies kan geven. Bij de standaard
fabrieksinstelling worden de microfoons tijdens een binnenkomend noodbericht niet gedempt. Om dit
te veranderen, moet een gekwalificeerde installateur of technicus na het ontkoppelen van het lichtnet
het apparaat openen. Gebruik de tekening om de jumper "Emergency MIC setting" op de printplaat
op het achterpaneel te vinden: zet de jumper in de gewenste positie.
25. Volumeregeling noodgevallen: Met deze regelaar stelt u het volume in van de noodingang (24) die
naar de [MASTER]-uitgang wordt gestuurd.
26. Talkover-aanpassing: Met talkover wordt de muziek automatisch gedempt wanneer u in de microfoon
spreekt die is aangesloten op het specifieke microfoonkanaal (21). Er zijn twee regelaars om ervoor te
zorgen dat talkover naar verwachting werkt:
• Talkover-demping (7) aan de voorkant: hiermee past u de hoeveelheid demping aan zodra de
talkover actief is. Als er geen talkover-effect is vereist, kan de regelaar op "off" worden gezet.
• Talkover-drempel (26) aan de achterkant: past zich aan wanneer talkover de muziek moet
dempen. Hoe hoger de instelling, hoe sneller de talkover in actie komt. Aanpassingen moeten met
een kleine schroevendraaier worden uitgevoerd. Oefen geen overmatieg kracht uit met de
schroevendraaier.
27. Maximale niveau-instelling voor stereo-uitgang: Gebruik deze om het maximale uitgangsniveau voor
de algemene uitgang te beperken zodat deze hetzelfde is als de maximaal toegestane geluidsniveaus
van het aangesloten geluidssysteem. Aanpassingen op deze regelaar worden niet weergegeven door de
uitgangsniveaumeter (11). Aanpassingen moeten tijdens de installatie met een kleine schroevendraaier
worden aangebracht. Oefen geen overmatieg kracht uit met de schroevendraaier.
28. Gebalanceerde stereo-uitgang: Gebalanceerde stereo jack-uitgang met het hoofduitgangssignaal
bestuurd door de hoofdvolumeregeling (8).
29. Mono-schakelaar: Gebruik deze om de stereo-uitgang om te zetten naar eenvoudig mono voor gebruik
met kleine achtergrondmuziekluidsprekers in toiletten, terrassen, gangen, enz... Het gesommeerde
monosignaal is beschikbaar op zowel L- als R-uitgangen (28)
30. Opname-uitgang: Dit is een ongebalanceerde stereo-uitgang die hetzelfde signaal voert als de
hoofduitgangen maar die niet wordt beïnvloed door de hoofdvolumeregeling (8). Deze wordt normaal
gesproken gebruikt voor het opnemen van de uitvoer op een extern opnameapparaat.
JB SYSTEMS
®
5/7
GEBRUIKSAANWIJZING
MIX 7.1