NEDERLANDS
7. Talkover-aanpassing: Met talkover wordt de muziek automatisch gedempt wanneer u in de microfoon
spreekt die is aangesloten op het specifieke microfoonkanaal (21). Er zijn twee regelaars om ervoor te
zorgen dat talkover naar verwachting werkt:
• Talkover-demping (7) aan de voorkant: hiermee past u de hoeveelheid demping aan zodra de
talkover actief is. Als er geen talkover-effect is vereist, kan de regelaar op "off" worden gezet.
• Talkover-drempel (26) aan de achterkant: past zich aan wanneer talkover de muziek moet
dempen. Hoe hoger de instelling, hoe sneller de talkover in actie komt. Aanpassingen moeten met
een kleine schroevendraaier worden uitgevoerd. Oefen geen overmatieg kracht uit met de
schroevendraaier.
8. Master uitgangsniveauregeling: hiermee regelt u het algemene uitgangsniveau van de [Master Out]-
connectoren (28). Het bereik van de regelaar kan worden aangepast met de "max. niveau"-regelaar op
het achterpaneel (27).
9. PHONES-volume: hiermee stelt u het signaalvolume van de hoofdtelefoonuitgang (10) in.
Belangrijk: Stel dit besturingselement voor het opzetten van de hoofdtelefoon altijd in op het minimum,
omdat een plotseling hoog volume uw gehoor kan beschadigen.
10. Hoofdtelefoonuitgang: een ¼" jackaansluiting om een hoofdtelefoon op aan te sluiten. Zet het
hoofdtelefoonvolume (9) lager voordat u een hoofdtelefoon aansluit.
11. Meter master uitgangsniveau: Geeft het uitgangsniveau weer dat is ingesteld door de [master]-
niveauregelaar (8). Merk op dat de instelling van de Max. niveauregeling (27) op het achterpaneel geen
invloed heeft op de weergave van deze meter.
12. Aan/uit-led: De led is aan wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
13. Aan-/uitschakelaar: Schakelt het apparaat aan en uit. Zorg ervoor dat u het apparaat uitschakelt als het
niet in gebruik is.
FUNCTIES (achterkant)
14. Lichtnetaansluiting en zekeringhouder: Gebruik het bijgeleverde netsnoer om het apparaat op het
lichtnet aan te sluiten. Controleer of de op het apparaat vermelde spanning en frequentie overeenkomen
met uw lokale elektriciteitsvoorziening. De zekering is toegankelijk via de kleine lade bij de
lichtnetaansluiting. Ontkoppel om de zekering te vervangen eerst het netsnoer, trek de zekeringlade uit
en vervang de zekering ALLEEN met een zekering van DEZELFDE spanning en waarde. Als de
zekering na vervanging opnieuw doorbrandt, breng dan het apparaat voor reparatie naar bevoegd
onderhoudspersoneel.
15. Versterkingsregelaar voor de invoer: gebruik deze om de ingangsgevoeligheid aan te passen om de
verschillende bronvolumes te compenseren.
16. Lijningangen: Dit zijn RCA/cinch-ingangen op lijnniveau.
17. Bronkeuzeschakelaar: hiermee kunt u voor elk kanaal de gewenste ingangsbron selecteren. U kunt
omschakelen tussen de lijningang (16) en de microfooningang (19).
18. Gebalanceerde lijningang: gebruik deze om een gebalanceerde stereolijnbron op het apparaat aan te
sluiten (PA-mixers, enz.). Houd er rekening mee dat het signaal van deze ingangen wordt uitgeschakeld
wanneer een connector wordt aangesloten op de [AUX]-ingang aan de voorkant (1).
19. Microfooningang: Dit is een gebalanceerde jackconnector om een dynamische microfoon aan te
sluiten. Indien nodig kan het apparaat intern worden gemodificeerd om fantoomvoeding te leveren voor
condensatormicrofoons.
20. Versterkingsregelaar voor de microfooninvoer: gebruik deze om de ingangsgevoeligheid aan te
passen om de verschillende bronvolumes te compenseren.
21. Microfooningang: Dit is een gebalanceerde jackconnector om een dynamische microfoon aan te
sluiten. Indien nodig kan het apparaat intern worden gemodificeerd om fantoomvoeding te leveren voor
condensatormicrofoons.
JB SYSTEMS
®
4/7
GEBRUIKSAANWIJZING
MIX 7.1