NEDERLANDS
RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE:
• Installeer het apparaat op een goed geventileerde plek waar het niet wordt blootgesteld aan hoge
temperaturen of vochtigheid.
• Het voor langere tijd plaatsen en gebruiken van het apparaat in de buurt van warmtebronnen, zoals
versterkers, spots, enz., zal invloed hebben op de prestaties en kan zelfs het apparaat beschadigen.
• De eenheid kan in 19-inch rekken worden gemonteerd. Bevestig de eenheid met behulp van de 4
schroefgaten op het voorpaneel. Zorg ervoor dat u schroeven van de juiste maat gebruikt. (schroeven niet
inbegrepen)
• Zorg ervoor om schokken en trillingen tijdens het vervoer tot het minimum te beperken.
• Zorg er bij installatie in een cabine of flightcase voor goede ventilatie om de afvoer van warmte van het
apparaat te verbeteren.
• Als het apparaat na transport in een warme ruimte wordt gebracht, wacht dan tot het aan de
omgevingstemperatuur is aangepast, om te voorkomen dat er binnen het apparaat condens wordt
gevormd. Condens verhindert soms dat het apparaat op volle capaciteit werkt.
REINIGEN VAN HET APPARAAT:
Reinig het apparaat schoon met een licht vochtige doek. Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat
terechtkomt. Gebruik geen vluchtige vloeistoffen zoals benzeen of thinner, omdat die het apparaat
beschadigen.
AANSLUITINGEN
Gebruik altijd kabels van goede kwaliteit om slechte geluidskwaliteit te voorkomen.
Raadpleeg het volgende hoofdstuk voor meer informatie over aansluitingen.
Zorg ervoor om het apparaat uit te schakelen voordat u wijzigingen aan de verschillende aansluitingen
aanbrengt.
In deze handleiding hebben we het over "lijningangen". Dit is een algemene naam voor ingangen met een
niveau tussen 750 mV en 2 V. Dit omvat tuners, video's, CD-spelers, enz.
FUNCTIES (VOORKANT)
1. Aux-/lijningang: 3,5 mm stereo jack die het gemakkelijk maakt om een draagbare audiospeler op het
voorpaneel van het apparaat aan te sluiten.
Opmerking: Deze ingang heeft voorrang op lijningang CH 1 aan de achterkant. Zodra een plug in deze
lijningang aan de voorkant wordt gestoken, wordt het signaal van de ingang aan de achterkant
automatisch uitgeschakeld.
2. LAAG: met deze toonregeling kunt u de lage frequenties aanpassen in een bereik van ±12 dB. In het
midden = neutraal.
3. HOOG: met deze toonregeling kunt u de hoge frequenties aanpassen in een bereik van ±12 dB. In het
midden = neutraal.
4. Niveauregeling voor CH1: hiermee regelt u het uitgangsniveau van de jack lijningangen aan de
achterkant (18) of de AUX stereo mini-jack aan de voorkant (1).
5. Niveauregeling: hiermee past u het uitgangsniveau van elke lijn-/microfooningang aan. De
ingangsgevoeligheid kan worden aangepast met de versterkingsregelaar op het achterpaneel (15).
6. Niveauregeling microfoon: hiermee past u het uitgangsniveau van het specifieke microfoonkanaal aan.
De ingangsgevoeligheid kan worden aangepast met de versterkingsregelaar op het achterpaneel (20).
Zorg er ter vermijding van terugkoppeling voor dat de niveauregelaar dicht staat voordat er een
microfoon wordt aangesloten.
JB SYSTEMS
®
3/7
GEBRUIKSAANWIJZING
MIX 7.1