7. Inbedrijfstelling
Machine aanbouwen
u
Tractor starten.
w
u
Tractor tegen de machine rijden.
w
w
u
Motor van de tractor uitzetten. Contactsleutel verwijderen.
u
Cardanas aan de tractor monteren.
w
u
Ketting van de cardanasbescherming aan de tractor bevestigen.
u
De elektrische en hydraulische leidingen verbinden (zie 7.4.3 Hydraulische en elektrische
leidingen aansluiten).
u
Koppel de vanghaak van de onderste hefarm en de bovenste hefarm vanuit de tractorcabine aan
de hiervoor bestemde koppelpunten; zie gebruiksaanwijzing van de tractor.
Wij adviseren uit overwegingen van veiligheid en comfort het gebruik van een vanghaak op de
onderste hefarm in combinatie met een hydraulische bovenste hefarm.
u
Controleren of de machine goed vastzit.
u
Machine voorzichtig naar de gewenste hefhoogte optillen.
Materiële schade door te lange aftakas
Bij het heffen van de machine kunnen de helften van de aftakas in elkaar staan. Dit
veroorzaakt schade aan de aftakas, het drijfwerk of de machine.
u
u
u
Eventueel de cardanas inkorten.
Alleen uw dealer of gespecialiseerde werkplaats mag de cardanas inkorten.
54
Controleren: de aftakas is uitgeschakeld.
Vanghaak van de onderste hefarm nog niet bevestigen.
Let op voldoende vrije ruimte tussen de tractor en de machine voor aansluiting van de
aandrijvingen en stuurelementen.
Als er niet voldoende vrije ruimte beschikbaar is, moet een uittrekbare Tele-Space-cardanas
worden gebruikt.
Controleer de vrije ruimte tussen machine en tractor.
Houd voldoende afstand (minimaal 20 tot 30 mm) aan tussen buitenbuis van de aftakas
en de veiligheidstrechter aan de strooizijde.
LET OP!
5903281
AERO 32.1