9. Menubeschrijvingen
9.1
Uitrustingsmenu
ID-nummer
Parameters kunnen alleen door de fabrikant en servicepersoneel worden ingesteld.
Taal
De gebruiker kan kiezen uit 18 talen. Bij aflevering is Engels (G2) standaard ingesteld.
Literteller (IWM)
Zet de teller alleen AAN wanneer een impuls watermeter (IWM=literteller) wordt gebruikt. De puls watermeter kan worden gebruikt
voor het direct controleren van de geleverde hoeveelheid navulwater. De standaard instelling is UIT.
Q Waterbehandeling
Wanneer een waterbehandelingsmodule in de navulaansluiting is geïntegreerd en de literteller is ingeschakeld, kan de hoeveelheid
achtergebleven water in liters worden afgelezen in het verwerkingsmenu. Wanneer een hoeveelheid van nul liter is bereikt, wordt
de verzamelstoormeling ingeschakeld en wordt een foutbericht weergegeven. Negatieve waarden betekenen dat de toegestane
hoeveelheid behandeld water (capaciteit) in liter is overschreden. De navulunit blijft werken, zelf wanneer het algemene foutalarm is
geïnitieerd. De gebruiker moet de waterbehandelingsfunctie activeren.
Regelmodus (Navulmodus)
De gebruiker kan het systeem bedienen in een niveaugeregelde modus (bestuurd door een externe drukhoudregeling) of in een
drukgeregelde modus (standaard instelling voor normale gasgedempte expansievaten met membraan). De gebruiker kan ook de
navulfunctie uitschakelen.
Bedrijfsmodus
De unit wordt vanaf de fabriek verzonden terwijl de turbo modus is ingeschakeld. Na afl oop van de geprogrammeerde tijd schakelt
de unit automatisch over naar de normale modus. De gebruiker kan echter de bedrijfsmodus te allen tijde veranderen. De handmatige
modus kan alleen voor onderhoudswerkzaamheden worden geactiveerd. De vacuümtest wordt gebruikt voor het controleren van
het ontgassen en om het systeem op lekkage te controleren. Deze functie moet worden gebruikt wanneer de unit voor het eerst in
gebruik wordt genomen en telkens na het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Nadat de test is voltooid moet de unit weer in
de turbo modus worden geschakeld.
Sensor / beveiliging van de motor
De parameters zijn in de fabriek ingesteld.
Verzamel storingsmelder
Indien deze functie is ingeschakeld wordt de verzamelstoormelding geïnitieerd nadat het betreffende foutbericht is ingeschakeld.
De standaard instelling is AAN. Het is mogelijk de volgende algemene storingen te deactiveren: 'Vervang module' en 'Volgend
onderhoud'.
• Vervang module: de waterbehandelingsmodule is uitgeput. Als de functie AAN staat, wordt een storingmelding geïnitieerd. De unit
blijft werken. Als de functie UIT staat, wordt geen storingmelding geïnitieerd.
• Volgend onderhoud: de datum is bereikt waarop het onderhoud moet worden uitgevoerd. Als de functie AAN staat, wordt de
storingmelding geïnitieerd en de unit blijft werken. Als de functie UIT staat, wordt geen storingmelding geïnitieerd.
72