Onderhoud
Routineonderhoud is belangrijk om de goede werking van uw spuittoestel te waarborgen.
Verplaats het spuittoestel naar een goed
geventileerde plaats, verwijderd van explosieve
of brandbare materialen, waaronder verf en
oplosmiddel.
Inspecteer het pompfilter.
Controleer de ontluchtingsgaten in de behuizing op verstopping.
Controleer de inlaatgaten onder het pompfilter op verstoppingen.
Uitlaatkleppen reinigen
Vuil en gruis in de uitlaatklep kunnen de werking
nadelig beïnvloeden zodat reinigen noodzakelijk is.
Voer deze stappen ALLEEN uit als het spuittoestel
niet werkt en andere maatregelen om het probleem
op te lossen het probleem niet hebben opgelost.
LET OP
Er moet juist gereedschap worden gebruikt om te
voorkomen dat de pluggen/fittingen worden
gestript.
1.
Voer de Drukontlastingsprocedure,
pagina 12.
2.
Verwijder de accu.
3.
Om de drie uitlaatkleppen te reinigen, moeten
twee pomppluggen en de voorklep worden
verwijderd. Verwijder de pomppluggen met een
inbussleutel van 8 mm of 5/16".
4.
Reinig de uitlaatkleppen met warm water of
terpentine.
5.
De kogel moet vrij kunnen bewegen tegen de
veer in de houder.
6.
Als de uitlaatklep uit de klepplug was verwijderd,
moet het weer worden teruggeplaatst zoals
afgebeeld.
3A4943E
Activiteit
Dagelijks of telkens wanneer u spuit
Dagelijks of telkens wanneer u spuit
Telkens als het spuittoestel wordt
gereinigd
Laat enige ruimte tussen het uiteinde van de
plug of de voorklep, en de schouder van de
uitlaatklepconstructie.
LET OP
Duw de uitlaatkleppen niet helemaal in de
kleppluggen of de voorklep. Als de uitlaatkleppen
er te ver ingeduwd worden, nemen de prestaties
van het spuittoestel af.
a.
Controleer of de O-ringen op de
kleppluggen en de voorklep aanwezig zijn.
b.
Monteer de twee pomppluggen en het
voorventiel. Monteer de pomppluggen met
een inbussleutel van 8 mm of 5/16". Draai
de uitlaatklep en de pluggen vast, zie
pagina 35 voor de aanhaalmomenten.
Onderhoud
Interval
27