5 Instandhouding
5.1 Batterijen vervangen
- Instrument uitschakelen.
1
- Haak naar boven klappen.
2
- Batterijvak openen.
3
- Batterijen wegnemen.
4
- Nieuwe batterijen erin plaatsen, let
5
daarbij op de aanwijzingen binnen in
het batterijvak.
- Batterijvak sluiten.
6
- Haak omlaag klappen.
7
5.2 Instrument reinigen
OPGELET
Scherpe reinigings- of oplosmiddelen.
Beschadiging van de sensor!
- De sensor mag niet gereinigd worden.
OPGELET
Scherpe reinigings- of oplosmiddelen.
Beschadiging van het instrument!
- Reinig alleen de behuizing van het instrument.
- Gebruik milde huishoudelijke schoonmaakproducten of zeeploog.
5 Instandhouding
15