Opgelet!
Schade aan het apparaat of
functiestoringen bij verkeerde montage.
Zorg ervoor dat de leidinglengte
tussen de stoomgenerator en het
apparaat maximaal twee meter
bedraagt.
Leg de leiding achter het apparaat
met een helling om waterslag te
voorkomen.
Zorg er bij apparaten met
membraanaandrijving en perswater
als stuurmedium voor dat de
stuurleiding van corrosiebestendig
materiaal bestaat.
Volg de volgende aanwijzingen bij verschillende
montageposities:
Monteer het apparaat bij voorkeur horizontaal
met de hendel of membraanaandrijving aan de
bovenkant.
Ondersteun de membraanaandrijving ter plaatse
bij montagepositie met een schuin of liggend
drukstuk.
Om bij een mogelijke vervanging van componenten
voldoende montageruimte te hebben, moet u de
benodigde vrije ruimte tot naastgelegen
installatiedelen aanhouden.
Waarborg, dat het leidingsysteem van de
installatie schoon is.
Waarborg, dat het apparaat vrij is van vreemde
stoffen.
Monteer het apparaat in de gewenste
toegestane inbouwpositie.
16
Ga bij apparaten van de typen MPA als volgt te
werk:
Sluit het stuurmedium (perslucht, perswater)
met een druk van maximaal 8 bar aan op de
aansluiting G 3/8 van de membraanaandrijving.
Bepaal de benodigde minimale druk op
basis van het stuurdrukdiagram op
pagina 47. Houd daarbij rekening met de
keteldruk en de nominale binnendiameter.
Zorg er voor dat het apparaat stevig is
gemonteerd en dat alle aansluitingen deskundig
zijn gerealiseerd.