Bedieningshandleiding
IP-Netzwerktechnik
Pos: 47 /Layout bis 2014-11-11/Online-Dokumentation (+KNX)/Überschriften (--> Für alle Dokumente <--)/1. Ebene/A - F/Bedienung @ 11\mod_1279185541649_71511.docx @ 83041 @ 2 @ 1
10
Bediening
Pos: 48 /Layout bis 2014-11-11/Online-Dokumentation (+KNX)/Bedienung/Sonstige Bereiche/Bedienung - 8186-31-41 -- BJE @ 46\mod_1459257293493_71511.docx @ 481211 @ 22233 @ 1
10.1
WLAN-accesspoint via UDP aansturen
De WLAN-interface van het apparaat kan met een UPD-commando worden in- en uitgeschakeld. Activeer de
UDP-functie door de gewenste poort in te vullen in het menu 'Systeem'. In de leveringstoestand is geen poort
ingesteld.
Daarna bevestigt u de invoer door op de knop 'Opslaan en toepassen' te klikken.
Opnieuw opstarten!
Voor het overnemen van de ingevulde UDP-poort moet altijd het WLAN-accesspoint opnieuw
worden gestart. Klik daarvoor op 'Opnieuw opstarten' en in het venster dat wordt geopend op
'Opnieuw opstarten'.
–
Het herstarten duur ongeveer één minuut.
–
Daarna is de UDP-functie beschikbaar.
UDP-commando's
Commando's
Betekenis
WLAN ON
WLAN-interface inschakelen
WLAN OFF
WLAN-interface uitschakelen
WLAN ?
Toestand opvragen
Bij de invoer moet op het gebruik van hoofd- en kleine letters worden gelet.
Het WLAN-accesspoint bevestigt een verzonden UDP-commando met het terugsturen van de actuele toestand.
Bedieningshandleiding | 2273-1-7965 / 2CKA002273B7965
Bediening
— 47 —