Bedieningshandleiding
IP-Netzwerktechnik
9.5
Configuratie – Netwerk
De bedrijfsmodus en andere configuratieaspecten stelt u in op het tabblad 'Netwerk' onder 'IP-instellingen' ofwel
'WLAN'.
U kunt kiezen tussen drie bedrijfsmodi accesspoint (leveringstoestand), accesspoint (WDS/Repeater) en client
(WDS) (zie hoofdstuk 'Bedrijfsmodi' op pagina 9).
9.5.1
Netwerk – IP-instellingen
Afb. 19:
In dit menu krijgt u statusinformatie over de LAN-instellingen van uw WLAN-accesspoint.
Aangegeven worden de looptijd, het MAC-adres, zend- en ontvangstvolume en het IP-adres. De symbolen in het
veld links betekenen:
Interface: netwerkkabel
Interface: frontaansluiting
Interface: radiogestuurd
Met de schakelvlakken kunt u meer functies oproepen.
Bedieningshandleiding | 2273-1-7965 / 2CKA002273B7965
Inbedrijfstelling
— 31 —