Bedieningshandleiding
IP-Netzwerktechnik
Inbedrijfstelling
9.6
Netwerk – WLAN
Afb. 21:
In het deel WLAN-status krijgt u een overzicht van de WLAN-instellingen van uw WLAN-accesspoint.
Weergegeven worden radiostandaard, kanaal, bitrate, SSID, modus, BSSID, versleuteling, signaalsterkte in
procent, aangemelde posten met SSID, MAC-adres, IP-adres, signaal en ruis.
Met de knop 'Scan' (1) wordt een overzicht gegeven van de netwerken in de buurt. Als er meerdere netwerken
aanwezig zijn, moet eventueel een ander kanaal worden gekozen.
Met de knoppen 'Toevoegen' en 'Verwijderen' (2) kan er nog een netwerkinterface geconfigureerd of verwijderd
worden.
Om het WLAN-bereik te verhogen zijn bijvoorbeeld twee netwerkinterfaces nodig (zie hoofdstuk 'Uitbreiding
WLAN-bereik (met WDS)' op pagina 12 en hoofdstuk 'Uitbreiding WLAN-bereik (zonder WDS' op pagina 14).
De instellingen voor de relayd-functie / repeatermodus zijn beschreven in hoofdstuk 'Relayd-functie /
repeatermodus' op pagina 36.
Bedieningshandleiding | 2273-1-7965 / 2CKA002273B7965
— 33 —