Product radiaalventilatoren. Type TFV300 / TFV300EX De keuze van ventilator met bijbehorende luchthoeveelheden en geluidsniveaus vindt plaats door de besteller die zijn gegevens uit de technische documentatie kan halen. De ventilator is ontworpen voor: het transporteren van lucht met als doel het reinigen, zuiveren, verkoelen, verwarmen of drogen van deze lucht.
Materialen die voor de ventilator zijn toegepast, zijn getoetst op de VDMA 24169 norm. 1.4 Garantie Wanneer niet anders overeengekomen garandeert Dryfast de door haar geleverde producten, op deugdelijkheid en goede werking, zoals opgegeven in de technische specificatie voor een periode van 12 maanden na inbedrijfstelling.
Bij toepassing van de ATEX-richtlijn 94/9/EG De veiligheidsinrichtingen moeten onafhankelijk werken van de meet- en bedieningsorganen die noodzakelijk zijn voor het bedrijf. Het niet functioneren van een veiligheidsinrichting moet zoveel mogelijk met behulp van passende technische middelen voldoende snel worden gesignaleerd ten einde de kans dat zich een gevaarlijke situatie voordoet zeer klein te houden. In de regel moet het beginsel van veiligheid bij defect (fail-safe) worden toegepast.
Bij onjuiste afstelling van het relais zal bij eventuele motorschade door de fabrikant van de elektromotor, alsmede door Dryfast b.v. géén vergoeding gegeven worden. De wijze van inschakelen, de doorsneden van de bedrading, soort en instelling van de veiligheden, dienen in overleg met uw installateur of energiebedrijf te worden gekozen.
4.2 Installatievoorbereiding Algemeen: Voldoende ruimte voor het uitvoeren van montage-, demontage-, onderhouds-, reinigings- en andere werkzaamheden. De fundatie, constructie en bevestigingen moeten voldoende sterk zijn. Mechanische trillingen dienen voorkomen te worden. Indien de ATEX-richtlijn 94/9/EG van toepassing is mogen Vonken, vlammen, lichtbogen, hoge oppervlaktetemperaturen, akoestische energie, optische straling, elektromagnetische golven of andere mogelijke bronnen die ontvlamming kunnen veroorzaken zich niet in de directe nabijheid van de ventilator voordoen.
5.2 Luchttoevoer Nadat alle controles zijn uitgevoerd kan men de ventilator(en) starten waarna ook de rest van de installatie in bedrijf kan worden gesteld. 5.3 Controle na inbedrijfstellen: Controleer of de instellingen van de regel- en controle-apparatuur het vooropgestelde resultaat bereiken. Controleer na het opstarten de ventilator op: Trillingen.
6 Onderhoud en inspectie: De montage en de inbedrijfstelling dienen te worden uitgevoerd door een door de afnemer aangegeven persoon met de kennis en opleiding hiervoor of een erkende Installateur. De installatie mag slechts door geautoriseerd, geschoold en geïnstrueerd personeel worden bediend, onderhouden en gerepareerd.
Pagina 11
6.2.1 Demontage ventilator. Indien de ATEX-richtlijn 94/9/EG van toepassing is mogen onderdelen alleen gedemonteerd of vervangen worden door en bij de fabrikant. LET OP: Handeling nooit forceren i.v.m. kans op beschadigingen en/of onbalans van de waaier. Hierbij dient men als volgt te handelen: Demontage van de waaier/motor.
6.2.2 Schoonmaken van de ventilator Met behulp van stofzuiger. Met perslucht schoonblazen. 6.2.3 Montage ventilator. Schuif de waaier op de as (let op spie) en zet de waaier d.m.v. van de borgplaat en bout vast en borg de bout. Montage van de waaier/motor met montageplaat aan de kast moet met zorg gebeuren om beschadiging aan de waaier te voorkomen.
Gewenst onderdeel (voor benaming zie fig. 1). 8.2 In geval van klachten: Voor klachten, wensen, onvolkomenheden over het apparaat; gelieve contact op te nemen met de afdeling service van Dryfast of uw leverancier. 8.3 Tabellen en grafieken Luchtverplaatsing met de bijbehorende druk:...