Vierde uitgave • Eerste druk
Sturen
1
Druk de voetschakelaar in.
2
Verplaats de rij-joystick langzaam in de richting
aangegeven door de blauwe of gele driehoeken
OF druk op de duimschakelaar op de rij-joystick.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de
platformbediening en het rijchassis om de
draairichting van de wielen te bepalen.
Rijden
1
Druk de voetschakelaar in.
2
Snelheid verhogen: Verplaats de joystick
langzaam uit het midden.
Snelheid verlagen: Verplaats de joystick
langzaam naar het midden toe.
Stoppen: Zet de joystick terug in de middelste
stand of laat de functieschakelaar los.
Gebruik de kleurgecodeerde richtingpijlen op de
platformbediening en het rijchassis om de rijrichting
van de machine te bepalen.
De rijsnelheid van de machine wordt beperkt bij
geheven arm.
Opmerking: De rijsnelheid wordt verminderd wanneer
de scheefstandschakelaar een afwijking van de
horizontale stand meet.
Rijsnelheid
Afwijking van de horizontale stand
2,5 mph/4 km/u
> 5,7 graden (hellingshoek > 10%)
1,5 mph/2,4 km/u
> 11,3 graden (hellingshoek > 20%)
Tevens wordt het volgende bericht weergegeven op
het LCD-scherm van de platformbediening,
RIJSNELHEID GEREDUCEERD I.V.M. STEILE
HELLING.
Opmerking: Onder erg warme omstandigheden
kunnen operators een lagere rijsnelheid en/of
laadprestaties waarnemen. Dit komt doordat de
machine zichzelf beschermt tegen warmte-invloeden
en behoort tot het functionele machineontwerp.
Onderdeelnr. 1315862DUGT
Rijden op een helling
Bepaal de toelaatbare hellingshoek (omhoog en
omlaag) en dwarshellingshoek voor de machine en
bepaal het stijgingspercentage van de helling.
Opmerking: De toelaatbare hellingshoek is
afhankelijk van de bodemconditie met één persoon
op het platform en van voldoende tractie. Bij extra
gewicht op het platform kan de toelaatbare
hellingshoek afnemen. De term klimvermogen is
alleen van toepassing op het contragewicht voor
heuvelopwaarts rijden.
Zorg ervoor dat de arm zich onder de horizontale lijn
bevindt en dat het platform zich tussen de
achterwielen bevindt.
Als het LCD-symbool 'machine op helling' brandt en
het scheefstandalarm klinkt, worden de rijfuncties
uitgeschakeld.
Volg de procedure voor het neerlaten van de arm (zie
Bedieningsinstructies) om de rijfuncties weer in te
schakelen.
Als de machine in de transportstand op een helling
staat en het scheefstandalarm klinkt, worden de
heffuncties uitgeschakeld.
Verplaats de machine naar een horizontale
ondergrond om de heffuncties weer in te schakelen.
Z
®
-60 DC • Z
®
-60 FE
Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Maximaal toelaatbare
hellingshoek, platform
heuvelafwaarts (klimvermogen):
4WD: 45% (24°)
Maximaal toelaatbare
hellingshoek, platform
heuvelopwaarts:
4WD: 45% (24°)
Maximaal toelaatbare
dwarshellingshoek:
25% (14°)
51