7. Controlepunten, onderhoud en probleemoplossing
Als alles tot nu toe goed gaat, is het tijd om de werking te starten en te profiteren van de voordelen
van
.
Voor met werken te beginnen worden voorcontrolepunten in dit hoofdstuk beschreven.
Sommige opmerkingen over onderhoud en hoe problemen op te lossen worden beschreven.
Controlelijst vóór de start van de werking
PAS OP
Schakel de stroom uit voordat u de bedrading wijzigt of met de unit werkt.
Nr.
Categorie
1
Elektriciteit
2
3
4
5
6
Water
7
8
9
10
Installatie van de unit
11
Onderdeel
Veldbedrading
Beschermende apparaten
Bedrading aarde
Stroomvoorziening
Bedrading klemmenblok
Geladen waterdruk
Doorspoelen met lucht
Omloopklep
Inspectie van onderdelen
Lekken van koelmiddel
Behandeling van afvoer
Controlepunten, onderhoud en probleemoplossing
Controlepunt
• Alle schakelaars met contactpunten voor verschillende polen moeten
stevig bedraad worden volgens regionale en nationale wetgeving.
• Alleen gekwalificeerd personeel mag de bedrading uitvoeren.
• Bedrading en plaatselijk geleverde elektrische onderdelen dienen te
voldoen aan Europese en regionale regelgeving.
• De bedrading moet overeenkomen met het bedradingsschema dat bij
de unit is geleverd.
• Installeer een ELB (aardlekschakelaar) van 30 mA.
• Aarde moet aangesloten zijn. Sluit de aarde niet aan op gas- of stads-
waterleiding, metalen gedeelte van een gebouw, piekspanningsbevei-
liger enzovoort.
• Gebruik een speciale stroomlijn.
• De aansluitingen op het klemmenblok (in de unit) moeten goed zijn
aangedraaid.
• Wanneer het systeem is gevuld met water, moet de manometer (aan
de voorkant van de unit) 200~250 kPa aangeven. Laat niet boven de
300 kPa komen.
• Wanneer u water bijvult, moet er lucht uit de opening voor de lucht-
spoeling gelaten worden.
• Zolang er nog geen water stroomt wanneer de bovenkant (aan de
bovenkant van de opening) wordt ingedrukt, is het spoelen met nog
niet voltooid. Indien goed gespoeld, zal het water spetteren als een
fontein.
• Wees voorzichtig wanneer u de luchtspoeling test. Spetterend water
kan uw kleding nat maken.
• Omloopklep dient geïnstalleerd te zijn en aangepast om het water met
een goede snelheid te laten stromen. Als het water langzaam stroomt,
kan er een fout met de stroomschakelaar (Hfdst.14) opgetreden zijn.
• De unit mag geen onderdelen bevatten die duidelijk beschadigd zijn.
• Lekken van koelmiddel vermindert de prestaties. Als u een lek vindt,
neem dan contact op met een gediplomeerd persoon van LG voor air-
condtioninginstallatie.
• Tijdens de koelwerking kan er condenswater naar de onderkant van
de unit druppelen. In dat geval moet u afvoerbehandeling voorberei-
den (bijvoorbeeld een bakje om condens op te vangen) om water-
druppels te vermijden.
Installatiehandleiding 71