Tips voor het werken met cartridges
Gebruik de volgende tips om met cartridges te werken:
Schakel de printer altijd uit met behulp van de aan-uitknop om de cartridges te beschermen tegen
●
uitdrogen.
Open de inktcartridges niet, en verwijder de beschermkap niet tot u de inktcartridge kunt installeren.
●
Door de tape op de inktcartridge te houden voorkomt u dat de inkt verdampt.
Plaats de cartridges in de juiste sleuven. Controleer of de kleur van de cartridge overeenkomt met de
●
kleur van de cartridgevergrendeling. Zorg ervoor dat beide cartridges op hun plaats klikken.
Lijn de inktcartridges uit voor een optimale afdrukkwaliteit. Zie
●
op pagina 94
Als het scherm Geschatte cartridgeniveaus in de app HP Smart of het scherm Geschatte niveaus in de
●
printersoftware aangeeft dat een of beide cartridges bijna leeg zijn, overweegt u dan om vervangende
cartridges aan te schaffen om afdrukvertragingen te voorkomen. U hoeft de inktcartridges niet te
vervangen voor de afdrukkwaliteit onaanvaardbaar wordt. Zie
meer informatie.
Als u een cartridge verwijdert, moet u deze zo snel mogelijk vervangen. Als een cartridge onbeschermd
●
zich buiten de printer bevindt, kunnen de sproeiers uitdrogen en verstopt raken.
Cartridges kunnen gedurende een langere tijd in de printer worden gelaten. Om de toestand van de
●
cartridge echter optimaal te houden, moet u de printer op de juiste wijze uitschakelen als de printer niet
in gebruik is.
Druk op
●
stekker loskoppelt of een wandschakelaar omzet.
VOORZICHTIG:
niet op de juiste positie teruggezet. Dit kan problemen met de printcartridges en de afdrukkwaliteit
veroorzaken.
NLWW
voor meer informatie.
(de Aan/uit-knop) om de printer uit te zetten. Wacht tot het lampje uitgaat voor u de
Als u de printer verkeerd uitschakelt, wordt de wagen met de printcartridges mogelijk
Problemen met afdrukken
Vervang de cartridges op pagina 61
Tips voor het werken met cartridges
voor
65