4. Het apparaat configureren met hulpprogramma's
met behulp van Smart Organizing Monitor
• Installeer het printerstuurprogramma om Smart Organizing Monitor te gebruiken.
De statusinformatie controleren
1
2
1. Afbeeldingsgebied
Geeft de status van dit apparaat met een pictogram weer.
2. Statusgebied
• Papierformaat
Geeft het papierformaat weer dat op het apparaat is geconfigureerd.
• Papiertype
Geeft het papiertype weer dat op het apparaat is geconfigureerd.
• Toner
Het niveau van de resterende toner wordt in tien niveaus weergegeven.
• Teller
Geeft het aantal pagina's weer dat door het apparaat is afgedrukt.
3. Gebied om apparaat te selecteren
Geeft de naam van het geselecteerde model weer.
46
3
4
NL CTT114