8.7 Elektrische aansluiting van de AQUASOL 4 LB-90-ET
Aansluiten van de collectorpomp
1
De collectorpompvoedingskabel is voorgemonteerd
op klemmen 8-9 van de besturing.
Zie hiervoor figuur 8.8.
Aansluiten van de naverwarmer
2
Tussen de DT4 print en de naverwarmer hoeft alleen
maar een twee aderige kabel getrokken te worden
t.b.v. de OpenTherm communicatie. De OpenTherm
uitgang van de Aquasol 4 (klem 6-7) moet aangeslo-
ten worden op de ingang van de naverwarmer. Als
naverwarmer zijn geschikt combi cv toestellen met NZ
keur. Raadpleeg voor aansluiten van de naverwarmer
de handleiding van de naverwarmer.
Voor installatie doeleinden wordt uitge-
gaan van een MegaDens of MegaLux
combi CV-toestel. Indien u een ander
fabrikaat of een ander type naverwarmer aansluit.
Raadpleeg dan de handleiding van het toeste, of
de fabrikant van het toestel.
OpenTherm Kamerthermostaat
3
Op de aansluitingen 4 - 5 kan een OpenTherm
kamerthermostaat worden aangesloten.
Figuur 8.11
Elektrische aansluiting van de AQUASOL 4 LB-90-ET
Aansluiten van de collectorsensor
4
De collectorsensor heeft een verlengkabel met een
lengte van 7 meter. Indien dit onvoldoende is, kan
een langere verlengkabelset besteld worden. Zie
hiervoor hoofdstuk 7.3.
De verlengkabel moet op de klemmen 2 - 3
worden aangesloten.
Aansluiten 230 V
5
De boiler werkt met een 230 V voedingsspanning.
Hiervoor wordt de boiler met een voorgemonteerde
randaarde stekker (aangesloten op L - N - PE)
geleverd. Bij de boiler moet een goed bereikbaar
geaard stopcontact aanwezig zijn.
LET OP!
Steek de stekker pas in het stopcontact
als de vulprocedure (zie H. 9) afgerond is.
17