Controle voor het starten
•
Inspecteer de werkomgeving. Verwijder voorwerpen die
weggeslingerd kunnen worden.
•
Controleer de snijuitrusting. Gebruik nooit botte,
gebarsten of beschadigde messen.
•
Controleer of de machine volledig bedrijfsklaar is.
Controleer of alle moeren en bouten goed vastgedraaid
zijn.
•
Zorg ervoor dat de overbrenging goed gesmeerd is. Zie
aanwijzingen in het hoofdstuk Overbrenging.
•
Controleer of de snijuitrusting altijd stopt, wanneer de
motor stationair loopt.
•
Gebruik de machine alleen voor het beoogde doel.
•
Controleer of de handvat- en veiligheidsfuncties in orde
zijn. Gebruik nooit een machine waarbij een onderdeel
ontbreekt of die, buiten de specificatie om, gewijzigd is.
•
Alle kappen moeten juist gemonteerd zijn en zonder
gebreken voor de machine wordt gestart.
Starten en stoppen
WAARSCHUWING! Start de machine nooit
!
voor het complete koppelingdeksel met steel
gemonteerd zijn, anders kan de koppeling
losraken en persoonlijke verwondingen
veroorzaken.
Verplaats de heggenschaar altijd ca. 3 m van
de plaats waar u de tank bijgevuld heeft,
voordat u de motor start. Leg de machine op
een vaste ondergrond. Denk erom dat de
messen gaan bewegen, zodra u de motor
start. Zorg ervoor dat de messen niet met
obstakels in aanraking kunnen komen. Houd
onbevoegden uit de buurt van de werkplek,
anders bestaat er kans op ernstig
persoonlijk letsel.
De veiligheidsafstand bedraagt 15 meter.
Koude motor
Brandstofpomp:
Druk een aantal malen op de rubberen balg van de
brandstofpomp totdat er brandstof in de balg komt. De balg
hoeft niet helemaal gevuld te worden.
14 –
Dutch
STARTEN EN STOPPEN
Choke:
Zet de choke-hendel in de choke-positie.
Warme motor
Brandstofpomp:
Druk een aantal malen op de rubberen balg van de
brandstofpomp totdat er brandstof in de balg komt. De balg
hoeft niet helemaal gevuld te worden.
Starten
Druk het machinelichaam met uw linkerhand tegen de grond
(N.B.! Niet met uw voet!). Pak de starthendel beet, trek met
uw rechterhand het starterkoord langzaam uit tot u weerstand
voelt (de starthaken grijpen in) en maak vervolgens snelle en
krachtige trekbewegingen.
Druk de chokehendel onmiddellijk in wanneer de motor
ontsteekt, en herhaal de startpogingen tot de motor start.
N.B.! Trek het starterkoord niet volledig uit en laat de
starthendel niet zomaar los wanneer het volledig uitgetrokken
is. Dit kan tot beschadigingen van de machine leiden.
Stoppen
De motor wordt uitgezet door de stopschakelaar naar
stopstand te schuiven.
N.B.! De stopschakelaar gaat automatisch terug naar
startstand. Om een ongewenste start te voorkomen, moet de
bougiekap altijd van de bougie worden gehaald bij montage,
controle en/of onderhoud.